Gelukkig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden, Matt.5:6
Ik weet niet hoe het met jullie is, maar ik kan slecht tegen onrecht. Wanneer iemand mij echt duidelijk onrechtvaardig behandelt ontstaat er een soort ontsteltenis in de zin van : “zoiets doe je toch niet. Dit kan toch niet. Doet die persoon dat nu echt en zet ie zijn acties gewoon door, zonder te verblikken of verblozen?” Ik snap het gewoon niet.
Tot het moment dat mijn hoofd deze realiteit heeft geaccepteerd en dan moet ik kiezen. Ga ik terug slaan, bijten, confronteren, over me heen laten lopen, mijn recht halen? Wat kan ik doen?
En soms kan je niets anders doen als het slikken. Deze wereld is niet rechtvaardig, zelfs onze rechtspraak brengt lang niet altijd gerechtigheid, soms is er niemand die ons kan helpen of de situatie kan veranderen. En dat brengt ons tot een 2de keuze moment.
Ga ik vasthouden aan mijn eis, mijn claim op gerechtigheid en hameren op het onrecht wat mij is aangedaan? “Ik heb gelijk! Hoor hoeveel ongelijk die andere partij heeft”. En hoeveel gelijk we ook mogen hebben, als we op deze manier met het aangedane onrecht omgaan, zal het ons veranderen in bittere mensen die wantrouwig tegenover anderen mensen staan. Het maakt ons tot personen die wij niet willen zijn. Dus waarom zou je het niet in Gods handen leggen?
Ga naar de hemelse rechtbank, naar de Allerhoogste Rechter van hemel en aard, die een volledig rechtvaardig oordeel velt, en alle ‘ins-en outs’ kent. Leg je zaak bij Hem neer.
Ik heb ooit in een zeer onrechtvaardige zaak ongeveer als volgt op papier gezet, bijna op de manier waarop je bij een aardse rechtbank een zaak indient: De beschrijving van mijn zaak; de schade die er is toegebracht en het recht wat ik zou willen zien.
Daarna heb ik het in vertrouwen bij God achter gelaten, los gelaten, in het vaste geloof dat mijn God een zeer rechtvaardige Rechter is. De hele Bijbel spreekt ervan. Hij zal mij niet in de kou laten staan. Ik kan wachten want ik weet dat mijn recht komen zal en ik weet dat Zijn oordeel rechtvaardig zal zijn.
De laatste stap is genezing van mijn emoties en daar heb ik alle vertrouwen in. Mijn God is de Geneesheer die mij geneest. Hij maakt alle dingen nieuw, zo ook mijn ‘emotionele vat’. Hij maakt mij vol met blijdschap en Zijn vrede, ik zal niet met wantrouwen en angst om mij heen zien.