Ex.30:22-24 500 sikkels vanzelf gevloeide mirre, 250 sikkels welriekende kaneel, 250 sikkels welriekende kalmoes en 500 sikkels kassie.
In ons aardse bestaan staat efficiëntie vaak voorop. Alles moet sneller praktischer, zodat het minder geld kost of dat we zaken met een nog groter rendement kunnen uitvoeren. We klagen erover als de overheid ook de zorg op die manier probeert in te richten en terecht, want er is een groot verschil tussen “dingen” die georganiseerd kunnen worden en mensen van vlees en bloed.
De dingen die het leven mooi en aantrekkelijk maken, zijn vaak geen zaken die noodzakelijk zijn. Het is bijvoorbeeld niet nodig dat we kleding in verschillende kleuren hebben, dat we parfum dragen en sieraden. Je kan misschien een waslijst met positieve effecten van die geuren en kleuren tot gevolg hebben, maar als het gaat om efficiëntie, dan zouden we s´ochtends veel sneller klaar zijn als we al deze dingen niet zouden hebben.
Zoals wij erachter komen dat efficiëntie niet werkt voor menselijke processen, zo werkt God nog veel minder efficiënt. Op allerlei plaatsen in de Bijbel is sprake van schoonheid, die tijd kost, waar geld en inzet mee gemoeid is, zonder dat daar praktische winst aan te behalen valt.
Het meest tastbare voorbeeld is de beschrijving van de tabernakel Ex.25-30 waar sprake is van versiering van bloemkelken, knoppen, blauw purper, rood purper, scharlaken en fijn linnen. Er worden allerlei soorten van schoonheid en eigenschappen uitgedrukt in de tabernakel. Door de geuren, kleuren en versieringen zien we een God, die een groot genoegen heeft aan “beautiful waste”, zoals J.Hartl dat noemt. God schept genoegen in rijpingsprocessen die als goede wijn fonkelen in het glas. Dat is hoe Hij met ons omgaat. Met 0% efficiëntie en 100% effect.