Lev.23:39-44 ‘wanneer u de opbrengst van uw land inzamelt zult gij 7 dagen het feest des Heren vieren;
-gij zult vruchten van sierlijke bomen neme, takken van palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilg (loelav)
en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de Here, Uw God, 7 dagen lang.

Loofhuttenfeest is in de eerste plaats een feest van blijdschap en heeft ook de opdracht om vrolijk te zijn. Misschien een moeilijk feest voor Nederlanders die soms kampioen mopperen zijn, dat God even populair gezegd stelt: “Kappen nou met dat gezeur, Ik wil nu 7 dagen lang geen moppertje of zucht meer horen. JIJ ZAL vrolijk zijn!”.
Dat is nog eens een karaktertest. Moeten wij dat echt doen?
Ja en Nee; ik breng het naar voren als een uitdaging, niet als een wettisisme. Vast staat dat we in de toekomst allemaal het loofhutten feest zullen vieren. Zach.14:8-21 is een eindtijd-profetie waarin staat ‘Al de volkeren- zullen van jaar tot jaar heen trekken, om zich neer te buigen voor de koning, de Here der Heerschare, en het loofhuttenfeest vieren’.
Persoonlijk geloof ik niet dat dit zal gaan over rituelen, offers, de perfecte loelav, en hutjes die voldoen aan de voorschriften van het rabbinaat, maar Gods geestelijke waarheden veranderen niet.
De opdracht om je te verheugen verandert niet en wordt in het N.T herhaald, dus waarom niet de karaktertest om 7 dagen niet te mopperen en blij te zijn. De vreugde des Heren is je kracht. Oefen kracht!
Er is genoeg om blij over te zijn. De Israëlieten gedachten dat God hen had voorzien in de woestijn van voedsel en onderdak. Wij hebben ook meer dan genoeg om dankbaar voor te zijn, om een gat in de lucht te springen dat God voorziet.
Er is een periode in mijn leven geweest dat ik alleen maar kon bidden voor onderdak. Het maakte me niet zo veel uit hoe het eruit zag, als ik maar een dak boven mijn hoofd had, een veilige plek om te slapen en God heeft voorzien, overvloedig. Daar moest ik laatst weer aan terug denken toen ik iets in mijn huis, me niet kon veroorloven. Ik heb al zoveel meer als waarmee ik ben gestart, geen dag hebben we honger gehad of geen kleding om aan te trekken. Het is misschien niet altijd een vetpot, (geen Egypte) maar ik weet niet wat honger is. En het is een illusie om te denken dat ik dit met eigen handen, zelf, bewerkstelligt heb.
Misschien zijn onze dieptepunten bij lange na niet zo heftig als de oorlogsvluchtelingen die we op tv zien, maar kom op, dat betekend dat wij des te meer hebben om voor te danken. Als we echt eerlijk zijn en de tijd nemen om stil te staan bij het feit, hoe geweldig God voor ons zorgt, dan zijn we in 7 dagen nog niet klaar. Wij kennen geen oorlog, wij genieten van wegen die we niet zelf hebben aangelegd, er is gezondheidszorg, er komt water uit de kraan, onze kinderen moeten naar school…Neem een kijkje over de grens en je komt er al snel achter dat niets daarvan vanzelfsprekend is.
Is het volmaakt? Verre daarvan. Als Gods volmaakte koninkrijk komt valt onze mond open en zal de tijd waarin we nu leven de context zijn om te danken voor Zijn voorzieningswerk, omdat hij ons in betonnen huizen heeft doen wonen! Maar tot die tijd is er meer dan genoeg om NU 7 dagen vrolijk te zijn.