
In de geschiedenis en ook nog heden ten dage , zijn er verschillende kalenders in gebruik(t).
In de tijd van Koningen toe Israël uiteen viel in een Noordelijk rijk en een zuiderlijkrijk (1 kon.12) heeft het noorden een andere kalender ingevoerd en een eigen heilige plaats uitgeroepen. Daarmee maakten ze zich los van het religieuze leven, wat zijn kern vond in Jeruzalem. Binnen het christendom heeft een soort gelijke geschiedenis zich afgespeeld. Al vroeg in de geschiedenis hebben niet Joodse christenen Jezus aangenomen en het geloof van zijn Joodse achtergrond ontdaan, door de invoering van de zonnekalender en werd Rome uitgekozen als het religieuze centrum.
(Je begrijpt al dat die verschillende tellingen binnen de archeogie, tijdsbepalingen behoorlijk kunnen vertroebelen. Het maakt het er niet gemakkelijker op om vast te stellen wanneer bepaalde gebeurtenissen in de Bijbel hebben plaatsgevonden, maar dat even als zijspoor).
In het huidige Israël worden twee kalenders gehanteerd. De religieuze kalender die gebaseerd is op Gods opdracht aan Mozes, Ex.12:1-2 ‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn.’ En de kalender die meent vanaf de scheppingsdag te tellen, gebaseerd op de Misjna, de mondelinge leer. Volgens die kalender gaat op 13 september bij zonsondergang t/m 15 september het nieuwe jaar 5776 in en wordt Rosh hashana gevierd. De verjaardag van de wereld.
Stil wordt gestaan bij de bijzondere relatie tussen de mens en zijn Schepper. Zonder Zijn scheppingsdaad waren wij er niet geweest . Als schepsels zijn wij volledig afhankelijk van onze Schepper, slechts stof zijn wij, geformeerd uit stof van de aardbodem (Gen.2:7), waar Hij levensadem inblies. ‘Wat is toch de mens, dat Gij zijner gedenkt en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?’( ps.8:5).
In onze westerse traditie maken we goede voornemens voor het nieuwe jaar, maar in deze manier van vieren gaat daar iets aan vooraf, het belijden en je bekeren van je zonden. Eerst moet het oude zuurdesem weg, voordat je met frisse moed aan het nieuwe kan beginnen. Niet zomaar in een paar losse woorden, maar een inzet van overdenken, tien dagen lang en ernaar handelen. Tien dagen om recht te zetten wat je fout hebt gedaan en je te verzoenen met hen waarmee de relatie is verbroken. Om te breken met slechte gewoontes en gedachten. Alles wat scheiding heeft gebracht tussen God en de mens, moet worden opgeruimd. Als dat heeft plaats gevonden eindigen deze dagen in Jom Kippoer, de grote verzoendag. Het wordt weer goed tussen God en de mens.
Met Jom Kippoer betrad de hogepriester het heilige der heilige, met offers om verzoening te doen voor het gehele volk Israël. Dit was een voorafschaduwing van het verzoeningswerk van Jezus Christus die, zichzelf heeft geofferd, binnen gegaan is als hogepriester en plaats heeft genomen aan de rechterhand van de Vader. Door Zijn bloed is de verzoening volbracht.
Daarmee rijst automatisch de vraag: Wat moeten wij doen met deze feestdagen?
Deze manier van het vieren van een nieuwe jaar, is van veel grotere schoonheid en betekenis als onze oud en nieuw viering. Maar tegelijkertijd kan het niet worden gevierd zoals de Joden dit doen, want wij geloven in het volbrachte werk van Jezus Christus. De verzoening hoeft niet te worden afgesmeekt, het is al een feit. En dan is er nog dat lastige gegeven van al die verschillende kalenders, wie zal zeggen wat de juiste dag is?
Deze vragen waren er al vanaf de eerste gemeenten, daarom schrijft Paulus hierover Rom.14:6 wie aan een bepaalde dag hecht, doet het om de Here, Kol.2:16 Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of shabbat, dingen die slechts een schaduw zijn, van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is.
Er is dus ruimte. Ruimte om te vieren en te gedenken, als het maar om God gaat. Laat Hij het middelpunt, de aanleiding en het onderwerp van het feest zijn. En laat je niet beoordelen door wie dan ook, hoe en wanneer je viert.