
Gen.20:1-2 Toen sprak God deze woorden: Ik ben de Here uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult……
De vraag die me al een poosje bezig houdt is: Waarom verschijnt de wet op dit punt in de geschiedenis?
Waarom niet direct na de val van Adam en Eva? Het had mij logisch geleken, als je mensen wil “redden”, was direct na de zondeval toch wel het moment geweest om direct orde op zaken te stellen en regels te geven.
Waarom niet na de eerste moord, waar Kain Abel doodslaat? Het had logisch geweest als God met Zijn vuist op tafel had geslagen en had gezegd: ”Oké, zo gaan we het dus niet doen. Hier hebben jullie een lijst met regels en omgangsvormen en in het vervolg gaan we ons daaraan houden”.
Waarom niet aan Noach die opnieuw begint met zijn gezinnetje, na de zondvloed?
Waarom niet aan Abram tegen wie God zegt: ”Ik zal uw nageslacht maken als het stof der aarde”.
Ik heb niet de indruk dat ik nu een sluitend antwoord op deze vraag kan geven, maar ik zie een glimp.
Op dit punt in de geschiedenis ging Israël het land in bezit nemen wat God hun had beloofd. Lees hierbij een Joz.23:5-10. Daar staat dat God de volkeren voor Israël zal uitdrijven, maar de voorwaarde is dat ze zeer standvastig onderhouden alles wat er geschreven staat in de boeken van Mozes. Nu vinden we in meerdere schrift gedeelten dat de volkeren die in dit gebied wonen, het land hebben verontreinigt met hun afgoderij. Lev. 18:25 zegt: “verontreinigt u niet door dit alles, want door dit alles hebben zich verontreinigd de volken die Ik voor u uit wegdrijf. Het land toch werd verontreinigd en Ik vergold daaraan zijn ongerechtigheid, zodat het land zijn bewoners uitspuwe”. Als Israël het land verontreinigt kan hij het niet blijven bezitten, ( Richt.2:20—22), omdat ze dan het verbond dan hebben geschonden! Lees in dit verband ook Deut.7:1-9 eens, dat spreek over de afgoderij van de volkeren die in het land wonen en het houden van het verbond als voorwaarde om het erfdeel wat God de Israëlieten beloofd, te kunnen bezitten.
Ingewikkelde materie, maar ik moest als vergelijking, even denken aan die keer dat mijn zoon in de sloot was gevallen en stinkend van de modder naar huis kwam. Hij kon zijn kleren bij de tuindeur uittrekken en rechtstreeks door naar de douche lopen en graag zonder iets aan te raken! Zo stinkend van de drek, mocht hij niet zijn kamer in of maar op enige plek in het huis het zichzelf gemakkelijk maken.
Voor Israël werkt dit hetzelfde, met afgoderij vervuilen ze het land, dus er is heiliging nodig om de belofte te kunnen bezitten. God verlangt ernaar om Zijn kinderen een veilige woonplek te geven en in hun midden te zijn.
Ik had mijn zoon voor geen goud buiten de deur willen sluiten en hem niet meer op schoot kunnen nemen, om iets wat met een simpele douchebeurt kan worden opgelost.