Hoop op God.

Almaar onvervulde hoop maakt ziek, maar een vervuld verlangen is een levensboom.
Spreuken 13:12 (NBV)

In mijn werk heb ik veel te maken met mensen met allerlei gedragsproblemen en soms ook zeker agressie. Elke morgen vraag ik of God zijn rust en zijn vrede wil leggen op de cliënten en de ruimte waar ik werk wil vervullen met Zijn aanwezigheid.
Maar soms zijn er van die dagen dat het niet meevalt en ik de hele dag aan escalaties het hoofd loopt te bieden. Dan ben ik aan het einde van de dag moe en leeg. Ik heb me daarom een poosje afgevraagd waarom dat dan zo gaat?
Ik weet wel dat God geen snoepautomaat is, waar je gebed in stopt en het juiste resultaat uit tevoorschijn komt, maar ik verwachtte anders. Alsof mij deze heftige confrontaties dan bespaard zouden moeten blijven. Waarom overkomt mij dit? God is toch mijn Heer? Heeft de boze het op mij voorzien, is het geestelijke strijd, heb ik iets verkeert gedaan waardoor dit kan gebeuren, gebruik ik mijn geestelijke wapenuitrusting soms niet goed?
Hebben we dat allemaal niet op zijn tijd? Dat stukje verbazing wanneer een ‘ramp’ je overkomt, terwijl je toch een kind van God bent?
Dan lees je je Bijbel en weet je met je verstand dat het niet zo werkt. Iets in de redenatie klopt niet. De mensen in de Bijbel overkomen soms afschuwelijke dingen, worden in de gevangenis gegooid, krijgen stokslagen, familie die overlijdt, ziekte en oorlogen. Daar zijn mijn dagelijkse vermoeienissen niets bij, dus waarom zou het mij niet overkomen?
Waarom verwacht ik dan anders en hoe zit het dan met mijn gebed?
Een collega lichte een tipje van de sluier op toen ze mij feedback gaf en mij vertelde dat ze mijn geduld zo bijzonder vond. Waar ze zelf die cliënt al tien keer achter het behang had willen plakken, was het in haar ogen bijzonder dat ik door ging. “Je brengt rust op de groep”, merkte een stagiaire op, toen ik flexte op een voor mij onbekende locatie. Een plek waar ik de cliënten niet kende, geen band met ze had opgebouwd en toch werd dit resultaat opgemerkt.
In mijn hoop op vrede, keek ik naar mijn omstandigheden en mensen en hoopte daar verandering in. Daarmee was het speerpunt van mijn hoop gevestigd op het aards, in plaats van op hemelse zaken, op God, overstijgende het aardse. DSC_5033
Mensen kunnen ervoor kiezen Gods vrede te ontvangen, het gebed opent de mogelijkheid. Maar ze kunnen dit ook afwijzen, niet ontvangen en zelf de deur sluiten. Dit is een onzeker resultaat om op te hopen. Spreuken drukt het wat sterk uit, maar als dit het speerpunt van je hoop is kan je er ziek van worden.
Toch wordt mijn gebed vervuld, in mij. Zonder dat ik het in de gaten heb en mijn best doe om mijn werk zo goed mogelijk te doen, legt Hij Zijn rust op mij.
Is God niet heel bijzonder? Hij verhoord gebeden door ons heen.
Heer help me om mijn hoop te richten op de juiste goal. Help me op te merken wat U doet en waar U bent, te midden boven de omstandigheden en lastige situaties, in Jezus naam.

Ik heb uw gebed gehoord

In 1 Koningen 8:23-53 staat een geweldig gebed van Salomo opgeschreven wat hij bad bij de inwijding van de tempel. Daarbij pleit hij voor het volk en haalt daarbij allerlei situaties aan: Zoals iemand een vloek over zichzelf heeft afgeroepen, wanneer Israël heeft gezondigd, als de regen uitblijft, als er hongersnood is, als een vreemdeling bidt, als Israël ten strijde trekt, als Israël gevankelijk wordt weggevoerd…Indien daarbij sprake is van berouw, inkeer en gebed, hoort dan.
Je leest gemakkelijk over die specifieke vraag heen, maar steeds weer zegt Salomo: v52
Laten dan Uw ogen geopend zijn voor de smeking van Uw knechten voor de smeking van Uw volk Israël en hoor naar hen zo dikwijls als zij U roepen-
Bij het gebed van Hizkia zie je die zelfde manier van bidden terug komen, 2 Kon.19:14-19 wanneer hij een brief heeft gekregen van de vijand om Israël tot overgave te bewegen. Hizkia gaat naar de tempel, spreidt de brief voor God uit en zegt v16 Neig Here uw oor en hoor; open Here uw ogen en zie.
Ook in het N.T, eeuwen later, vindt je een dergelijke wijze van bidden bij Paulus in Hand.4:29 Here let op hun dreiging-
Ik was eerst van mening dat het te maken had met een oude manier van spreken, taal en cultuur gebonden, (hoewel het tijdsverschil tussen Salomo en Paulus dit ontkracht), maar kijk ook naar Gods antwoord.
Het antwoord aan Hizkia is v20 wat gij Mij gebeden hebt betreffende–, heb Ik gehoord.
Zo ook bij salomo. God beantwoord het gebed van de inwijding van de tempel bij Zijn tweede verschijning aan Salomo in 2 Kron.7 en dan zegt God in v12 Ik heb uw gebed gehoord- v15 Thans zullen Mijn ogen geopend zijn en Mijn oren luisteren naar het gebed te dezer plaatse.
God gaat niet alleen in op de inhoud van het gebed, maar hij bevestigt aan de bidders dat Hij het heeft gehoord en dat Hij het heeft gezien, dan Zijn oog erop gericht zal zijn.
Het gaat hier niet om een formule of een manier van uitdrukken, maar om een vraag aan God om specifiek aan deze zaak aandacht te besteden. Het is geen horen van orenDSC_1622, maar een horen met het hart, zoals Jezus bedoelde toen Hij sprak, “wie oren hebben hore”.
Zo te bidden is een bekrachtiging van het gebed en God antwoord.
De mensen die God vragen om met name op deze zaak te letten, vullen op geen enkele wijze in hoe God op deze zaak zou kunnen reageren. Ze dragen geen oplossing aan, ze vellen geen oordeel over hetgeen er gebeurd of over de mensen/vijanden die erbij betrokken zijn. Ze wijden niet uit over hun emoties. Er is geen drama ondanks dreigende rampen, maar slechts nuchterheid en een totale overgave die de zaak verder aan God overlaat.

En God antwoord. Hij hoort, Hij ziet en Hij handelt, op al deze gebeden.
Misschien is dit wel de sleutel tot kort en nuchter gebed, zonder enig oordeel :
“Heer hoort en ziet, sla hier acht op”.

Wie is jou koning?

In 1 Samuel 8 wordt de profeet Samuel geconfronteerd met de vraag van het volk om een koning. Naar de historische context kan dit worden uitgelegd als, de wens om te lijken op de volkeren om hen heen, die zich presenteerden met pracht en praal middels hun koning. Het aanzien van de wereld als voorbeeld model nemen van wat mooi en wenselijk is.
Maar geestelijk legt God iets heel anders bloot , v7 want niet u (Samuel) hebben zij verworpen, maar Mij hebben ze verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn.
Feitelijk had het volk zich nog steeds niet aan God overgegeven en Hem de heerschappij, de macht en de majesteit gegeven, over het volk, het land en hun beslissingen. Daarmee is Israël ons tot een levend voorbeeld voor de individuele strijd in ons leven.
Het is zo gemakkelijk om weer de leiding terug te pakken en zelf de zaken even te regelen, in plaats van op God te wachten. Soms denken wij dat we weten hoe zaken geregeld moeten worden, maar God kan daar anders over denken en een betere oplossing hebben.  “Heer vergeef me wanneer ik de regie terug pak. Ik leg opnieuw mijzelf, mijn bezittingen en mijn beslissingen bij U op het altaar en geef U daarover de heerschappij”.
Het is gemakkelijk om te kijken hoe zaken in de wereld eraan toe gaan en te denken dat het zo hoort, dan ben je ook cool als je het zo doet. Soms lijken handelswijze uit de wereld gekleurd te worden door theorie, wijsheid en overleg, wat maakt dat we ze overnemen, want het is verstandig om zo te handelen. “Heer ik wil U vragen mijn handel en wandel verlossen van alles wat de wereld verstandig acht. Leer mij te luisteren naar Uw wijsheid en daarnaar te handelen”.

Israël komt er door schade en schande achter dat de vraag om een koning niet zo’n hele beste weg was. In 10:19 komen ze bij Samuel terug met de vraag: Bidt voor Uw knechten tot de Here Uw God, opdat wij niet sterven, want aan al onze zonden hebben wij nog kwaad toegevoegd door voor ons een koning te vragen.
Als je erachter komt dat een bepaald handelen niet juist was, sterker gezegd, zonde is, ga dan terug naar God. Herstel de relatie met Hem en handel niet meer zo.
Er is altijd een weg terug. Misschien worden niet altijd de gevolgen van de zonde daarmee uitgewist, maar de juiste Koning wordt weer op de troon van je hart gezet. De Almachtige God van liefde, wijsheid, inzicht en kracht.
Hoe zit het dan met die gevolgen, want uiteindelijk blijft Saul wel aan de macht?DSC_4664
Het onrechtvaardig zijn als God tegen Saul zou zeggen :”Oké, ik heb je uitgekozen en gezalfd, maar dat was het gevolg van een zondige vraag en nu heb ik je niet meer nodig”. God kan niet zichzelf tegenspreken door 1st te zeggen 18:17 “dit is de man over wie ik gesproken heb, deze zal over mijn volk heersen”, en dat later terug nemen. Wat God wel doet is de koning verantwoordelijk achten voor zijn zonden. Het is de handelen van Saul en zijn volharden daarin, wat leidt tot het verwerpen van Saul. 1 Sam.15:10-11 Het woord des Heren kwam tot Samuel: Het berouwd Mij dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd en Mijn bevelen niet uitgevoerd”.
Zoals Israël God niet als Koning Zijn plaats had gegeven, zo had ook Saul dat niet en de gevolgen van die zonde dient hij te dragen.
Daarmee wordt de vraag “wie is jou koning?”, nog indringender.

Een doe-ding

Het nieuwe testament staat vol met woorden wie wij zijn, zoals :“jullie zijn allemaal kinderen van het licht, zonen Gods, erfgenamen van Christus Jezus, geliefden kinderen Gods”.
Daarnaast staat het N.T vol met werkwoorden zoals :“verheugd u, bidt ten alle tijden, maakt God groot, biedt weerstand tegen de boze, doet de nieuwe mens aan…”.
In die volgorde moet het denk ik ook geplaatst worden: A. Dit ben je. B. Dit doe je.
Nog even voor de helderheid, je behoudenis is niet afhankelijk van je doen, je bent gered door Christus , maar het ‘doen’ volgt uit wie je ‘bent’ en is het ‘onderhoud’ van de relatie die je met Hem bent aangegaan.
Dit weer even als kader voor de boodschap uit het vorige blogstukken, dat er sommige dingen zijn die wij moeten doen. Je kan in sommige zaken niet met je armen over elkaar zitten wachten tot er iets gebeurd, er worden een aantal acties van ons vragen.
En dan zegt Paulus iets wat me lang heeft geïntrigeerd, namelijk 1 Tim. 3:16 groot is het geheimenis van godsvrucht, en dat zegt hij in de context “dan weet je hoe men zich in Gods huis moet gedragen. Het heeft dus betrekking op dat deel van “doe-dingen”.
Paulus heeft aan Timotheüs een hoop over godsvrucht op te merken. 4:7 Oefen u in godsvrucht, v8 godsvrucht is nuttig tot alles, v6:11 jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.
Timotheüs moet op het pad blijven wandelen naar zijn gaven die hem onder handoplegging zijn bevestigd en naar profetieën die over hem uitgesproken zijn. Hij moet zich naar God uitstrekken en dit ‘doen en blijven doen’. Geheel in lijn met het hiervoor geschetste kader, hij is een kind van God en handelt als een kind van God, maar wat is dan het geheimenis van dat ´doen´?DSC_4633
Godsvrucht, de hemelse opbrengst van ons doen, ligt niet onder de vloek die in over de schepping is gekomen: Gen.3:17 ‘de aardbodem is vervloekt- al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft- doornen en distels zal hij voortbrengen- en met smart zult gij kinderen baren’.
Het hemelse is daar vrij van. De opbrengst van de beoefening van godsvrucht worden niet gekenmerkt door zwoegen en een beperking in de opbrengst. Dit is voor ons die gewend zijn aan werken zonder vrucht al een grote ommekeer. In plaats van je af te vragen wat het allemaal voor zin heeft om die dingen te doen, geven “doe-dingen’ in Gods koninkrijk wel een opbrengst.
Dit is ook meteen een deel van het geheimenis, niet elke opbrengst is direct op de aarde zichtbaar. Het is een geestelijke opbrengst, in het koninkrijk Gods. Niemand kan het van ons roven, het kan niet kwijt raken of vergeten worden, want God vergeet niet.
Anderzijds wordt godsvrucht wel gekenmerkt door het hemelse en zal zich gedragen naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. God is eeuwig, daarom wordt de opbrengst beschreven als een eeuwige, voorbeeld: Joh.4:36 wie oogst ontvangt loon en verzamelt vruchten voor het eeuwige leven,-Gal.6:8 maar wie op de akker van de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.
Het zal gekenmerkt worden door Gods karakter, trouw, liefdevol, en goed.

Vernieuwing van je denken

Ef.4:22 ( dat je) de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerte, dat je verjongt wordt door de geest van je denken en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.

DSC_1559
Pyreneeën 2013 N.M.Wagemans

We zijn niet meer van onszelf!
We zijn door Jezus gekocht en betaald door Zijn bloed, de allerhoogste prijs heeft hij betaald voor jou en mij; met Zijn leven. De bovenstaande opdracht is dus niet geheel vrijblijvend.
We leven in een samenleving waarin ons de zin: “dat bepaal ik zelf wel”,  wordt geleerd, maar als we ons leven aan Hem hebben gegeven gaat deze gedachte niet meer op. Als we hebben bedacht dat God geweldig is is, lief, goed en zeer de moeite waard, dan moeten we Hem ook de kans geven om ons te vernieuwen naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis en Zijn liefde in ons ontvangen.
Misschien geen populaire boodschap, maar ‘aandoen’, vraagt om een actieve houding, het najagen van het goede. Het is een werkwoord.
Je kan niet blijven wensen dat het toch eens mocht gebeuren, zonder een stap in die richting te zetten. Maar als de graankorrel op zichzelf blijft en niet sterft, brengt hij ook geen vrucht voort (Joh.12:24-25). Maar als je besluit jou zelfbepaling opzij te zetten en jou gedachten in te ruilen voor Zijn gedachten, brengt het veel vrucht voort.
In het Grieks staat in het cursieve deel van de tekst:  “ἀνανεοῦσθαι τῷ πνεύματι τοῦ νοὸς ὑμῶν”, letterlijk te vertalen met : “wordt vernieuwd en in de geest (pneumati) van de gedachten van jou”. (Het woordje ‘en’ wordt in de Gr. grammatica gebruikt als een verbindingswoord die aangeeft waar de vernieuwing betrekking op heeft).
Het woord pneumatica verbindt ons direct met de Heilige Geest. Dit bepaald door wie, op welke wijze wij vernieuwd mogen worden en welke vrucht ons dat zal opleveren. (Denk even aan de vruchten van de Heilige Geest, Gal.5:22).  Het is van directe invloed op onze emoties en karaktereigenschappen; de manier waarop we met anderen omgaan en de wijze waarop we in situaties reageren.
Het woord νοὸς=gedachten, representeert ons door God gegeven vermogen om te redeneren, ons intellect. Vernieuwing door de Heilige Geest lijkt misschien wat zweverig en ongrijpbaar, maar νοὸς  spreekt van hele concrete intellectuele redeneringen. Bill Johnson heeft in zijn boek “dromen met God’, geschreven de Gods kinderen de uitvinders van de aarde zouden moeten zijn, die door God worden geleid tot spectaculaire nieuwe oplossingen voor wereld problemen. Omdat God in staat is Zijn geweldige openbaringen, oplossingen en intellectuele overwegingen, in onze gedachten te openbaren. Hij wordt niet beperkt door onze problemen! Bedenk eens wat een geweldige mogelijkheden daarmee vrij gezet kunnen worden, door één persoon die de tijd neemt om naar God te luisteren en echt anders over zaken gaat denken.
Niets is onmogelijk, omdat voor God niets onmogelijk is.