
Hand.2:17-19 het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees.
Deze profetie van Joel bevat een heleboel om over na te denken. Laten we er een paar dingen uitpakken.
De aanduiding “in het laatste der dagen”, geeft aan dat deze uitstorting van de heilige Geest niet beperkt is tot de tijd van Jezus en de discipelen. De laatste der dagen spreekt overal in de Bijbel van de eindtijd. Paulus plaatst de start van de laatste dagen hier op eerste pinksterdag en het zal voleindigt zijn bij de terugkomst van Jezus.
Met alle vlees wordt ook echt iedereen bedoelt, geen uitzonderingen en geen aanziens des persoons. Genoemd worden zonen, dochters, jongelingen, ouderen en dienstknechten (personen die geen leidinggevende functie hebben ), ongeacht afkomst of huidskleur.
Op basis van dit Schriftwoord kan niemand zeggen dat het niets voor hem of haar is. 1 Cor.12:7 aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen.
De aanwezigheid van de heilige Geest zal merkbaar zijn. V17-19 Mensen zullen profeteren, beelden zien, dromen van God hebben, in tongen bidden of die vertalen, tekenen en wonderen doen, genezingen kunnen door hun handen plaatsvinden en demonen uitgedreven. Al deze dingen staat de Geest vrij om te doen met een ieder die Hij daarvoor uitkiest.
Deze uitingen hoeven echter niet bij elke christen allemaal aanwezig te zijn, want God beschrijft Zijn kinderen als levende stenen, deel uitmakend van een lichaam, de gemeente. 1 Cor.12:8 aan de één wordt door de Geest gegeven met…..en aan de ander…..11 dit werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.
Een valkuil voor mensen die in volle vrijheid in deze Geest wandelen is dat je je “belangrijk” kan gaan voelen, of dat anderen “tegen je opkijken”, omdat de Geest je woorden van waarheid geeft en beelden die het hart aanspreken. Maar het is niet iets waar je je op kunt laten voorstaan, het maakt je geen betere mensen. Het maakt je een ‘door God gebruikt mens die wandelen in zijn of haar bestemming’. Namelijk om getuigen zijn en God verheerlijken met jou leven.
Het is genade van God, dat Hij je op die manier wil gebruiken. “Genadegaven” noemt Paulus het (1 Kor.1:7, 12:4, 1Petr.4:10). De Geest is niet ons eigendom, het zijn gekregen goederen, kadootjes waar we met zijn allen van mogen genieten.
“Want wie onderscheidt u? en wat hebt gij dat gij niet ontvangen hebt?”, 1 Kor.4:7.
Al gebeuren al deze dingen misschien door je heen, dankbaarheid en nederigheid is gepast.
Gebed: Heer dank u wel dat U ons Uw heilige Geest heeft gegeven en ons wil leiden door Uw Geest.
Vergeef ons alstublieft wanneer we daar niet goed mee om gaan.
Help ons dicht bij U te blijven in afhankelijkheid van Uw genade.