“Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machtshebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde”.

Dit geeft aan waar het gevecht om gaat, de natiën willen zich niet onderwerpen aan het gezag en de heerschappij van God. Ze maken de aarde tot een strijdtoneel, in opstand tegen de Here en zijn gezalfde.
Petrus en Johannes halen deze tekst aan , nadat ze voor de priesterraad zijn verschenen en zijn bedreigt om niet meer over Jezus te spreken. Tegen de discipelen keren zich Herodus, Pontius Pilatus, heidenen en volkeren van Israël. Geen kleine machtshebbers, tegenstanders met mogelijk zelfs dodelijke gevolgen. Dus bidden ze: “Let op hun dreigingen Heer, maar geef Uw dienstknechten vrijmoedigheid om Uw word te spreken”.
Hand.4:31 ‘en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid”.
Wanneer we God vragen om volkeren en natiën, treden we in de voetstappen van onze Heer, de Messiaanse Koning. De leerling staat niet boven zijn meester, dus tegenstand zal er zijn. Petrus en Johannes erkenden dat ook, ze gingen niet als een stelletje struisvogels, in ontkenning op pad. Ze benoemde de dreiging en legden het in de handen van de Vader. Hij is bij machte daarop te letten en zijn kinderen bescherming te geven.
De uitdaging is om ons er niet door die dreiging, de opstand, de slagorde en het zinnen op ijdelheid, te laten beïnvloeden. Het is zo gemakkelijk om onder de indruk te raken. Maar in het getuigenis van de discipelen lezen we ook de oplossing, ze werden vervuld met de heilige Geest. We hebben het nodig om vol te worden van de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid. We hebben de gaven van de Geest nodig, geloof en wijsheid om te weten wat we moeten spreken. Als god het aan de discipelen geeft als ze Hem erom bidden, zal Hij het ook aan ons geven.
Met de vraag om van Hem volkeren tot erfdeel te ontvangen, wil Hij ons ook bekwaam maken voor onze taak. Hij heeft ons gezegend met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus Jezus,(Ef.1:3) die de overwinning al behaald heeft! De taak is niet onmogelijk, want Hij gaat ons voor en maakt het voor ons mogelijk om erin te staan.
In Handelingen lezen we dat de discipelen niet heel erg onder de indruk waren. Menselijkerwijs hadden ze dat zeker kunnen zijn. De geschiedenis, wat de romeinen onder de Joden hebben aangericht, is zeer bloederig. Toch dachten de discipelen groot. Tot Hand. 10 zijn er alleen apostelen van de Joden, gewoon alle Joden in het algemeen. Daarna komen er ook apostelen voor de heidenen. Het is niet zo dat ze slechts visie hebben voor een clubje Grieken, Turken of Romeinen. Welnee, laten we groot denken, gewoon alle volken op de grote hoop onder de noemer ‘heidenen’, ‘niet Joden’. Ze hebben al een start bij het volk van God, dus waarom doen we de rest van de wereld er ook niet bij?
“Ik heb immers mijn Koning gesteld over Sion, mijn heilige berg”. (Ps.2)
In de toekomende tijd zullen alle volkeren daarnaar toe optrekken , profeteerd Jesaja 2:3 ’velen natiën zullen optrekken en zeggen: komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de god Jacobs”.
In de toekomst komt het volmaakte, maar tot die tijd mogen we grote visie hebben en grote vragen stellen.