Ps.2:8 ‘vraag Mij en Ik zal volkeren geven tot uw erfdeel, de einde der aarde tot uw bezit’.

De Bijbel staat vol met profetieën, beloften voor de toekomst en dat is ook precies hoe we ze lezen: voor de toekomst, dus nog niet voor nu! Die dingen gebeuren als Jezus terug komt, maar wat doen we in de tussentijd dan?
Klopt onze interpretatie wel, dat dit zaken zijn voor de toekomende tijd, waardoor we ze niet Nu, heden ten dage verwachten?
Even een paar gedachten als uitgangspunt: De erflater Jezus Christus, is al overleden. De gehele erfenis staat al tot onze beschikking. Dat zaken van Zijn erfenis in de toekomst tot volmaaktheid zullen komen, wil niet zeggen dat we reeds in het heden van deze goederen kunnen genieten. Maar dat gaat niet gebeuren als er geen verwachting is, als we God niet naar deze dingen vragen.
Een vergelijking om dit nog wat duidelijker te maken.
Stel dat we onbeperkte middelen hebben om onze kinderen alle te geven, maar je kind heeft nog nooit gevraagd om een vliegtuig, heeft nog nooit vlieglessen genomen en heeft in het geheel geen belangstelling om te gaan vliegen, dan is het niet voor de hand liggend om dit kind een vliegtuig cadeau te doen. Maar je zou het gemakkelijk kunnen doen!
Dit alles schoot door mijn hoofd, in overdenking van Ps.2:8
‘vraag Mij en Ik zal volkeren geven tot uw erfdeel, de einde der aarde tot uw bezit’.
Vragen we God wel naar volkeren? Verwachten we eigenlijk wel dat God ons niet enkel mensen in onze omgeving geeft om bij Hem te brengen, maar hele volkeren, steden en landen? Het is een groot concept, maar mogelijk denken we veel te klein. De belofte voor de toekomst is immers nog veel groter.
Even een paar teksten die spreken over de vervulling zoals die in de toekomende tijd plaats vindt:
Openb.1:6 En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.(Statenvertaling).5:9 –Gij (Jezus) hebt hen voor God gekocht met Uw bloed uit elke stam en taal en volk en natie;-en zij zullen als koningen heersen op aarde. 22:5 –er zal geen dag en geen nacht meer zijn- en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden’ (NBG).
“Regeren, heersen als koningen”, dat vraagt om een gebied, om een volk of een land, wat ons is toegewezen. Wacht je tot God het je aanwijst, ergens in de verre toekomst, wanneer Jezus terug is? Tot Hij jou een klein stukje van de grote puzzel in je handen drukt, als een klein goudklompje en tegen je zegt :”Dit heb ik voor jou bewaard?”. Of is deze belofte reeds heden, nu in onze tijd van belang?
Als je zou mogen kiezen, welke mensen, volkeren landen, gaan jou aan het hart? Waar voel je je ten diepste bij betrokken, wil je voor bidden en zorg voor dragen? En als je daar nog helemaal geen visie voor hebt, vraag God er eens naar, of er iets is, waar Hij jou in wil betrekken. Iets waar Hij jou in vuur en vlam wil zetten.
Want laten we eerlijk zijn, het is zoveel leuker om een kind een cadeau te geven, die precies weet welk type vliegtuig hij het allermooiste vindt en voor geoefend heeft om in te kunnen vliegen. En misschien gebeurd het dan wel dat die Vader zegt :”Oké, je hebt geoefend voor een klein passagiersvliegtuig, daarom kan ik je in de toekomst een Boeing 747 toevertrouwen”.