Dienaren en diakenen.

Matt.20:26 wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijncandles-565556_960_720

Jezus zei dit bij drie verschillende gelegenheden.
Hier zegt Hij het tegen de discipelen. In Matt.23:11 tegen de Schriftgeleerde en farizeeën  en in Luc.22:26 noemt Hij het opnieuw tijdens de gesprekken aan het laatste avondmaal. Die herhalingen geven aan dat het een belangrijke boodschap voor ons is om te onthouden.

We kunnen heel veel leren over leiderschap en management, zowel vanuit de Bijbel of door reguliere opleidingen, maar op één punt is er een groot verschil tussen werelds leiderschap en leiders in het koninkrijk van God.
In de wereld bekleed je een rol als manager, bedrijfsleider of directeur.
In het koninkrijk ben je een dienaar en dat is niet je rol, het is je identiteit.

In het Grieks wordt  voor dienstknecht het woord ‘diakonos’ gebruikt, waar het word diaken vanaf geleid is. Dit leidt direct tot een valkuil, want daarmee is toch een taak of rol geschapen in de kerk. Dat er in een hoop teksten geen sprake is van een bepaalde rol of gezagspositie, wordt onmiddellijk duidelijk door verder te kijken op welke plaatsen dit woord ‘diakonos’ voorkomt in het N.T.
Bijvoorbeeld Joh.2:5 waar Maria spreekt tegen de bedienden tijdens de bruiloft te Kana. Of Rom.16:1 waar Paulus schrijft:  “ik beveel u Febe, onze zuster tevens dienares der gemeente te Kenchreeën bij u aan”. Of in Gal.5:2 waar Paulus een betoog houdt over zonde en gerechtigheid en schrijft: “is Christus dan een dienstknecht van de zonde?”.
Deze voorbeelden geven direct aan dat er met ‘diakonos’ geen gezagspositie voor een specifiek aangewezen persoon in de gemeente is, maar dat het letterlijk spreekt van ‘dienen’.  En dat heeft betrekking op elk kind van God, alle moeten dienaar van Hem zijn. Zoals in 2 Cor.3:6 onze bekwaamheid is Gods werk, die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond, niet naar de letter maar naar de Geest’.

Bestaat die rolaanduiding ‘diaken’ dan onterecht? Zeker niet, Paulus spreekt ook over diakonos in Fil.1:1 en 1 Tim.3, waar hoge ‘eisen’ worden gesteld aan een diaken. Daaruit kan je afleiden dat een diaken een dienaar is, die zich tot volwassenheid in het dienen heeft ontwikkeld. Het is die persoon zo eigen geworden, door beproeving (v16) , dat hij/zij zich niet snel uit balans laat brengen of terug valt in onvolwassen gedrag.  Er worden woorden gebruikt als ‘betrouwbaar en een goed bestierder van eigen huis’.
Dat is onmogelijk te vergelijken met een leidersrol zoals die in de wereld wordt opgevat; als iets wat je doet en niet iets wat je bent.
Dit werkt precies andersom, het is iets wat je door en door bent en daaruit volgt hetgeen wat je doet.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s