Bekijken of beoordelen?

birds-217591_960_720Num.13: 17-20  Mozes dan zond hen uit om het land Kanaän te verspieden en zei tot hen: Trekt hier het Zuiderland in, trekt op naar het bergland en ziet hoe het land is, of het volk dat erin woont, sterk is of zwak, klein of talrijk; of het land, waarin het woont, goed is of slecht, hoe de steden zijn, waarin het woont, of het in legerplaatsen woont dan wel in vestingen, of het land vet is of schraal, of er bomen op staan of niet. Weest moedig en neemt van de vrucht des lands mede. Het was toen juist de tijd der eerste druiven.

Het was de taak van de verspieders om te registreren en te rapporteren, niet om te beoordelen. Feitelijk deed het er niet toe wat ze van het land vonden, want het was simpelweg het land dat God hen had beloofd. Toch spraken 10 van hen een oordeel uit en 2 hechten geloof aan hetgeen God had gezegd.
Dit te illustratie in een veel ingewikkeldere discussie, wat we toch moeten denken van allerlei uitingen die door groepen mensen aan de heilige Geest worden toegeschreven en door anderen in twijfel worden getrokken.
De verwerping van het land door de  verspieders, was gebaseerd op dat wat het oog kon zien. Hetgeen Jozua en Kaleb omhelsden was op geloof, op God gebaseerd, niet op zichtbare zaken.
Even terug naar de basis van wat geloof is: Geloof is een gave van God (Joh.3:27; Ef.2:8) Het komt voort uit het horen- van Gods woord (Rom.10:17) en wat we uit geloof doen wordt ons tot gerechtigheid gerekend (Rom.3:31-4:25). En er zijn verschillende maten van geloof (Matt8:5-13), hoewel een mosterdzaadje genoeg is Luc.17:6 :).

Maten zijn verschillend, zo spreekt Paulus ook over sterken en zwakken in geloof die op die basis iets aannemen of afwijzen
Wat we geloven als zijnde, wel of niet van God, kan dus verschillend zijn. We kunnen beide hetzelfde waarnemen en daar een verschillend oordeel over hebben.
Ja, er zijn excessen, uitingen die zo extreem zijn dat ze zeer moeilijk te begrijpen zijn, maar dat moet ons niet onze bezinning doen verliezen of onrustig maken zegt 2 Tess.2:2. Ze zijn wat ze zijn: een uiting.
Ik ben van mening dat wij niet aangesteld zijn op bij elkaar de maat op te nemen. Alleen God die in het verborgene ziet en die naar waarheid kan oordelen, heeft het recht om Zijn knechten te beoordelen (rom.14:4). Het is onze “taak” om elkaar te verdragen (Rom.14) en elkaar lief te hebben, maar niet –vanuit Gods perspectief- elkaars mosterdzaad te meten en te wegen.
Snap ik alle uitingen? Nee, soms snap ik er helemaal niets van. Maar ik denk dat de beste weg om daar mee om te gaan is er met God over praten.
Gebed: “Heer ik snap niet wat ik hoor en proef. Help me, geef me openbaring. Help me om er niet over te oordelen en het oordeel aan U over te laten. Geef me liefde, geduld en verdraagzaamheid met de mensen door wie deze uitingen komen. Ik leg ze in U liefdevolle handen, in Jezus naam”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s