Hand.4:29 Heer let op hun dreigen en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken- 31 en terwijl zei baden, werd de plaats waar zij vergaderd waren, bewogen; en ze werden vervuld met de heilige Geest.
In Jes.37:14-20 vindt je het verhaal van Hizkia die een brief ontvangt van de koning van Assur. Het leger van de Koning van Assur rukt op naar Jeruzalem en de koning van Assur hoopt door flink te dreigen en te pronken met zijn overwinningen, Hizkia tot overgave te bewegen. Het is een grote legermacht en Jeruzalem is zeer in de minderheid, het had logisch geweest als er paniek was uitgebroken. Maar Hizkia ging het huis van de Heer binnen en spreidde de brief uit voor God.
In Hand.4:23-31 vinden we Petrus en Johannes die zijn verhoord door de raad met betrekking tot de genezing van een verlamde man. De zaak is slechts een aanleiding, want wat deze autoriteiten feitelijk willen is dat deze christenen hun mond houden en stoppen met hun wonderen ten tekenen. De bedreiging komt vanuit meerdere fronten en ongerustheid zou op zijn plaats zijn, maar de discipelen gaan eenparig in gebed.
Het maakt niet uit hoe groot of hoe klein de ‘dreiging’ is die er op je af komt, een vervelend bericht, beschuldiging of aanklacht, het is zaak om niet in paniek te raken. De 2 voorbeelden waren in principe levensbedreigend, maar deze mannen weten wie hun God en Vader is en Hij heeft het laatste woord. Wij zijn Gode ten eigendom, daarom heeft Hij het recht om het laatste woord te hebben over de dingen die op ons afkomen. Leg je zaak voor aan de Allerhoogste autoriteit van hemel en aarde, en laat Hem het antwoord geven.
Hij zorgt voor ons, Hij is onze Bewaarder (Ps.121)