Ef.4:22-24 Dat je, wat je vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt die ten verderve gaat,–en dat je de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is.
Tegenover mijn werk wordt een gebouw afgebroken en dat gaat lang niet zo snel als dat ik had verwacht. Voor het spektakel had ik een beetje springstof wel leuk geleken, zodat de hele boel implodeert, maar daar denken de slopers anders over. Niet alles van het oude gebouw is onbruikbaar. Zorgvuldig halen ze de gevaarlijke materialen tussen de bruikbare spullen weg en sorteren het, glas, hout, ijzer enz. Deze spullen kunnen later weer op een andere manier worden gebruikt in een ander bouwwerk.
Soms heb ik de indruk dat God net zo zorgvuldig met onze oude mens omgaat. De vorm die we hebben en de manier waarop dat is opgebouwd, doet ertoe voor God, zelfs al is die niet bruikbaar in het Koninkrijk van God in zijn huidige vorm. God schrijft het oude niet af.
Hij gebruikt geen springstof, Hij gaat er liefdevol mee om. Hetgeen echt onbruikbaar en schadelijk is, haalt Hij er zorgvuldig tussenuit en bruikbare elementen krijgen een nieuwe plek. Hij vindt goud tussen het hout en asbest. En zoals in de tabernakel bekleed Hij het weerbarstige acaciahout ermee tot een voorwerp van grote schoonheid en eer.
Dat kunnen wij niet zelf uitvoeren aan onszelf, daar heb je een kundige en betrouwbare Sloper voor nodig die het overzicht heeft. En een mens met een bereidwillig hart om zich opnieuw te laten vormen.
Gebed: Heer ga Uw gang met mij, ik vertrouw erop dat U precies weet hoe ik behoor te zijn voor Uw eer en glorie.