Luc.9:10-17 Het werd avond en nog steeds waren er heel veel mensen bij Jezus en de discipelen. Die mensen moesten toch een keer eten en slapen, logisch dat de discipelen zeiden: ”Laat die mensen gaan, want hier vinden ze geen eten”. Een logische menselijk meelevende oplossing en vaak is daar niets mis mee. Jezus deed immers niet 3 keer per dag bij elke maaltijd een wonder.
Maar dan zegt Jezus tegen ze :”Geven jullie ze te eten”.
Een onmogelijke vraag, terwijl Jezus prima weet tot welke grenzen hun menselijk vermogen reikt. Hij stelt de vraag niet om ze te confronteren met hun menselijk onvermogen, maar om ze te doen binnenkomen in het vermogen van het Koninkrijk Gods, waar Hij al de hele dag over spreekt. Hett gaat niet enkel om woorden, het gaat om daden en krachten.
Als God iets onmogelijks van ons vraagt (en dat doet Hij voortdurend!) doet Hij dit om ons Zijn vermogen beschikbaar te stellen. Dat betreft niet alleen de vragen die voorbij ons menselijk kunnen gaan, maar ook vragen die voorbij ons persoonlijk vermogen reiken. Hij roept ons voor taken die wij enkel kunnen uitvoeren in Zijn kracht. Niet om ons te belasten boven ons vermogen, maar om Zijn Goddelijke kracht in ons leven vrij te zetten volgens Koninkrijk principes.
Gebed: Heer vergeef me wat ik heb geprobeerd uit eigen vermogen te doen. Wees alstublieft mijn Voorziener, zodat ik kan geven van Uw overvloed.