Het bedehuis.

Jes.56:7 Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.DSC_1077

In de grondtaal staat bij het woord `bedehuis`: “een huis tot bewoning om te bidden” (Hebreeuwse woord voor woord vertaling).
Het woord “bewoning” zegt daarbij iets over de permanente verblijfsstatus. Het is geen huis waar je op visite komt, maar een plek waar je permanent verblijft en in rust.
In de tijd van Jesaja werd dit geschreven in het licht van de tempel van Salomo, maar er is nog een ander aspect wat we binnen de context van het boek Jesaja in het oog mogen houden.
Het boek Jesaja, heeft een bepaalde opbouw waarbij de eerste helft, H1-39 spreekt over de redding die de mens nodig heeft. De tweede helft H40-66 spreekt over de wijze waarop God in die redding gaat voorzien. Het gedeelte waaruit de boven aangehaalde tekst komt, heeft een sterk profetisch karakter. Jesaja wees op de functie van de tastbare tempel met betrekking tot gebed, maar ook op een toekomstige zaak. In de tempel, zoals hij was in de tijd van Jesaja kon het gewone volk er namelijk niet wonen, laat staan vreemde volkeren! (56:7 voor alle volken)
De attitude die de tekst beschrijft is niet haalbaar, er moet nog iets gebeuren.
Het mag niet verwonderen dat Jezus terug komt op deze tekst van Jesaja.
(De tempelreiniging). Marc.11:17 Staat er niet geschreven, dat Mijn huis een bedehuis zal heten voor alle volken?
Jezus is de vervulling van deze tekst. Hij maakt het mogelijk dat alle volkeren erin opgenomen kunnen worden. (Jes.55:4 Ik heb hem tot een getuige voor de natiën gesteld, tot een vorst en een gebieder der natiën). Hij heeft de scheidsmuur weggenomen.
Na Jezus zijn dood zendt Hij ons de Heilige Geest en krijgt het begrip tempel een “exteme make-over”, van het natuurlijke naar het geestelijke.
Paulus beschrijft ons lichaam als een tempel voor de Heilige Geest (1 kor.3:16; 6:19).
“weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?”. Het bedehuis gaat niet meer om een tastbaar gebouw, waar je niet in wonen kan. Het gaat om ons!
De inwoning van de Heilige Geest maakt het lichaam tot een tempel . Maakt het tot een plek waar we permanent in kunnen verblijven, rustend in een constante relatie met God.
In dat licht was de tempelreiniging waarbij Jezus de handelaren en geldwisselaars de tempel uit dreef, eveneens een profetisch teken. Aangezien de tastbare tempel 70 na.Chr werd afgebroken , was er weinig waarde in een schoonmaakbeurt die voor het oog rechtvaardig was. Jezus streed niet voor een aards koninkrijk, Hij streed voor een hemels Koninkrijk.
Twee aspecten van die tempelreiniging die we in ons dagelijks leven kunnen toepassen zijn: De tempel van God mag niet gecompromitteerd worden met allerlei zaken die niet van God zijn, door afgoderij of werken van het vlees (Gal.5:19-21). De tempel Gods is heilig en onheilige zaken horen daar niet in thuis.
Een ander aspect ervan is: Met God kunnen wij geen handeltjes drijven, geen zaken ter ruiling aanbieden voor bepaalde gunsten van God. We kunnen bijvoorbeeld niet een bepaald gedrag najagen om van hem een gunst af te dwingen.
Het is een bedehuis.
Joh.14:13  wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen- Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, ik zal het doen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s