
Een andere manier om over hetzelfde tekst gedeelte , Mattheus 4:1-11 na te denken, is een Christocentrische interpretatie.
Mattheus schijnt licht op de relatie tussen de Vader en de Zoon.
Prominent aanwezig is het woordje “indien”, want de boze trekt de identiteit van Jezus als Zoon van God in twijfel.
Bewijs het maar dat je Gods Zoon bent, laat maar zien dat je dezelfde macht hebt in de hemel en op de aarde.
1. De boze vraagt Jezus brood van stenen te maken en zo Zijn Goddelijke afkomst te bewijzen. God kon in de woestijn een heel volk 40 jaar met manna en kwakkels voeden, dan moet een broodje na 40 dagen een kleinigheidje voor de Zoon van God zijn. Maar Jezus gebruikt zijn Goddelijke macht alleen in opdracht van zijn Vader, niet naar eigen inzicht of in gewin voor zichzelf.
2. Werp jezelf van het dak van de tempel “er staat immers geschreven: Aan Zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande U, en op de handen zullen zij U dragen dat gij uw voet niet aan een steen stoot”(Ps.91:11-12). Er staat heel veel geschreven, maar alleen de Vader weet het dag en het uur waarop het vervuld zal worden. Hij heeft de regie, Hij heeft de tijden in Zijn hand. De Zoon handelt op de tijd van de Vader, niet wanneer het de boze goed uitkomt.
3. Dan toont de boze hem alle koninkrijken van de wereld, alsof het werkelijk zijn eigendom is (1), maar dit is wel de dief, de leugenaar, de meester van verdeeldheid en suggestie die spreekt. Niets ervan heeft hij geschapen en al heeft hij er stukken van gestolen, dat maakt hem nog niet tot de rechtmatige eigenaar! Jezus hoeft geen macht of heerschappij terug te winnen door de duivel te aanbidden op welke wijze ook. Hij weet dat zijn Vader de eigenaar is, de Here Here, Jezus behoeft geen koninkrijk voor zichzelf, alles wat van de Vader is, is ook van Hem. Deze belichting laat ons nadenken over onze eigen rol, als kinderen Gods. Wij zijn Zijn kinderen, naar het voorbeeld van Zijn Zoon. Als we onze eigen identiteit kennen als zonen en dochters, kan de boze ons niet tot dealtjes verleiden.
Lucas 4:1 verteld ook de verzoeking in de woestijn, daarbij benadrukt hij nog een ander aspect “Jezus nu, vol van de heilige Geest,….werd door de Geest geleid”. Dit gebeurde direct na de doop van Jezus waar de heilige Geest op Hem neerdaalde in de gedaante van een duif. Mattheus verteld niet dat Jezus vol van de Heilige Geest was, dit is een nadruk die Lucas toevoegt en in zijn brief grijpt hij er steeds weer op terug: Zeg het maar Farizeeërs en Schriftgeleerden (luc.20:4 was de doop van Johannes uit de hemel of van mensen?)
De Heilige Geest heeft de leiding, die brengt Jezus in de woestijn, bepaald waar Jezus naar toe gaat, op welke tijd en wanneer welke strijd wordt uitgevochten. Hij is de onzichtbare wolkenkolom die Jezus volgt de woestijn in.
De Heilige Geest geeft Jezus kracht om de verzoeking van honger te weerstaan.
De Heilige Geest geeft Jezus de woorden in, die Hij moet zeggen of spreken (Luc.21:14-15) wijsheid die uw tegenstanders niet kunnen weerstaan of weerleggen. “Niet alleen van brood zal de mens leven 4:4. Er staat geschreven: gij zult de here uw God aanbidden en Hem alleen dienen 4:8. Er is gezegd: Gij zult de Here uw God niet verzoeken 4:12”.
Hier had de boze niets tegenin te brengen.
Hier zijn de gaven van de Geest aan het werk; kennis, wijsheid, kracht en onderscheid.
De heilige Geest, heiligt Jezus geheel en al van binnenuit, zodat geen van de verzoekingen enig vat op Jezus kunnen hebben, want er is niets onheiligs in Hem waar de boze vat op kan hebben.
Door de overwinning van Jezus Christus heeft Hij ons gezegend met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten. Dezelfde Heilige Geest die Jezus leidde, Hem de antwoorden gaf en Hem onaantastbaar maakte, heeft Hij aan ons gezonden. Van die Geest mogen wij de tempel zijn.
(1) vertaling uit de NJB van Ps.95:5 “The sea belongs to Him, for He made it”.
Ps.100:3 “He made us, we belong to Him”.