Lezen Matt.7:13-23; Matt.7:17 iedere goede boom brengt goede vruchten voort.
In dit stuk van Mattheus staat een waarschuwing voor iedereen die het koninkrijk Gods binnengaat; er kunnen hindernissen zijn. Samengevat, het is een smalle weg om binnen te komen en sommige mensen zijn geen goed voorbeeld. Er is congruentie tussen hun woorden en hun daden, hun daden zijn niet zoals God het wil, ook al klinkt hun verhaal goed.
Ze worden “Valse profeten en roofzuchtige wolven” genoemd. Maar valse profeten en wolven dragen geen bordje op hun rug waardoor iedereen ziet dat hij bij deze persoon uit de buurt moet blijven. Ze komen in “schapenvachten”. Op het oog ziet het er goed uit. Ze zien er uit als schapen, ze blaten als schapen, maar toch zijn ze geen schapen.
Dat klinkt best een beetje griezelig, alsof je te maken hebt met een auto vol verborgen gebreken, hoe kom je erachter wat er allemaal mee mis is? Je kan deze mensen beoordelen op hun vruchten zegt v16. Een goede boom geeft goede vruchten en een slechte boom, slechte vruchten, maar soms is het lastig om te beoordelen of je met goede en slechte vruchten te maken hebt.
Ik moest even denken aan een zak aardappelen die ik laatst had gekocht. De aardappelen zagen er prima uit, maar steeds als ik ze schilde bleken er zwarte plekken in de aardappel onder de schil te zitten. Daardoor moest ik hele stukken van de aardappel afsnijden en was het bruikbare deel beperkt.
Het probleem zat onder de schil, ik kon niet op het uiterlijk afgaan. Het goede en het slechte was met elkaar vermengt, allebei aanwezig in één aardappel, dus waar slaat de balans door? Wat is het moment dat je besluit dat je deze zak aardappelen beter weg kan doen. Je moet er een hoop moeite in deze aardappelen steken, maar de opbrengst is minimaal.
Dat is, wanneer we dit op mensen betrekken, een hele lastige keuze. Vaak is er sprake van emotionele verstrengeling, je snapt die ander eigenlijk ook wel. Het is ook wel begrijpelijk wat er gebeurt, die ander heeft ook heel wat op zijn bordje en zelf heb je ook wel een paar fouten. Op die manier wordt het resultaat min of meer ver-excuseert, er kan van die persoon nu eenmaal geen optimale vrucht op dit moment worden verwacht. Daardoor wordt het beeld geschetst dat dit een uitzonderlijke situatie is, die moet worden begrepen. Hoe lang die uitzonderingen mogen duren is niet duidelijk.
Het tegenovergestelde komt ook voor, dan wordt alleen de nadruk gelegd op wat er goed gaat en hoe ontzettend goed die prestatie is. De dingen die mis gaan worden niet benoemt of verkleint.
Beide voorbeelden geven geen objectief beeld van wat er echt is, de echte uitkomst of vruchten van hun handel en wandel, is verpakt.
De kunst is om een objectief beeld te krijgen van iemands concrete handelen, dit maakt een heleboel duidelijk. Maar als het objectieve beeld voortdurend wordt verpakt op een manier die de interpretatie daarvan stuurt, kan je zonder dat je zicht krijgt op een objectief resultaat, op basis daarvan ook concluderen dat er iets mis is. Iemand die recht tegenover God staat, handelt vanuit oprechtheid, heeft niets te verbergen en hoeft zijn resultaten niet te versluieren.
Zonder te speculeren wat deze valse profeten of roofzuchtige wolven roven en vanuit welke motieven ze handelen, kan op zijn minst worden gezegd dat ze de waarheid verhullen. Hoe mooi de aardappel aan de buitenkant eruit mag zien, zwarte plekken zijn toch echt zwarte plekken en dat zijn geen gezonde aardappel. Er bestaat niet zoiets als een halve waarheid.
Heer wilt U onze ogen openen en ons opmerkzaam maken wanneer er valse profeten of wolven in ons leven zijn. Help ons te onderscheidenen te zien wat U ziet. Geef ons de moed om te handelen naar Uw openbaringen en gezonde grenzen aan te brengen, zodat U ons beschermen kan, door af te rekenen met deze wolven buiten ons gebied.