Het kopen van een duur object, bijvoorbeeld een huis, bestaat uit meerdere stappen maar op zijn simpelst ziet dat er als volgt uit: a. Er wordt een prijs betaald. B. de goederen worden overgedragen aan degene die de prijs heeft betaald. C. De koop wordt bevestigt met een akte waarin wordt vastgelegd om welke goederen het gaat.
In een vergelijking met Jezus en de mens werkt het op een gelijksoortig manier.
A. Hij heeft voor ons allemaal de prijs betaald.
B. De overdracht van onszelf vindt plaats op basis van vrijheid. We mogen onszelf geven aan Jezus die de prijs heeft betaald, maar Hij eist ons niet op. Het is onze keuze om Hem te erkennen als de rechtmatige eigenaar en alle andere eigendomsclaimen af te wijzen.
C. Een overdrachtsakte is er ook, kijk maar in Openb.5:9 zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.
Alle namen die in de boekrol zijn geschreven behoren de Koning toe. En Jezus is de eigenaar van de boekrol, Hij is waardig om de boekrol te openen, Hij heeft de prijs betaald.
Johannes ziet uit naar dat moment dat de boekrol wordt geopend. Pas op dat moment wordt de einduitslag bekend, voor die tijd kan niemand erover oordelen of iemands naam daar staat geschreven. Niemand is bekend met de inhoud van de boekrol behalve de rechtmatige eigenaar, want niemand, maar dan ook niemand, mensen, machten, krachten of engelen, zijn waardig om de boekrol te openen en een eindoordeel uit te spreken over welk persoon dan ook.