
Wie een opdracht van God krijgt, een woord of een profetie wil dat graag bevestigt zien.
Maar wat doe je als de bevestiging niet vooraf komt maar achteraf?
Dat overkwam Mozes. Ex.3:12 ‘dit zal u een teken zijn dat Ik u gezonden heb; wanneer gij het volk uit Egypte hebt geleid, zult gij God dienen op deze berg’.
En dan krijgt Mozes nog 3 wondertekenen. Hij werpt zijn staf op de grond en het wordt een slang, hij pakt de slang op en het wordt weer een staf in zijn hand. Hij steekt zijn hand tussen zijn kleed en het is melaats, hij steekt hem terug en het is rein. Hij giet Nijlwater uit en het wordt bloed. Dit zijn tekenen die hij in de praktijk voor farao mag gebruiken.
Deze wondertekenen zijn ‘als lopen op het water’, God heeft de tekenen laten zien en dan komt dat spannende moment dat hij ze mag gebruiken. En je voelt de spanning erdoorheen. Het is als handen opleggen, bidden voor zieken of spreken in tongen. God heeft gezegd dat we dat mogen doen en dat Hij er doorheen werkt, maar voor ons is het ‘als lopen op water’. Het resultaat van uitstappen in deze dingen is niet aan ons, het is Gods werk. Farao zal Mozes zijn wondertekenen niet aannemen, ze zijn van God maar het resultaat lijkt op het oog uit te blijven.
Slechts achteraf, wanneer Mozes weer op deze berg zal staan, weet hij of hij goed gewandeld heeft.
Onze wandel kan niet afhankelijk zijn van wonderen en tekenen. Het is geweldig wanneer we wonderen mogen meemaken, maar onze bevestiging komt van God.