In de woestijn ontmoet Jezus de duivel, die er alles aan doet om Jezus naar hem te laten luisteren en Jezus zijn opdrachten te laten uitvoeren, zonder succes.
Maar als Jezus Zijn bediening oppakt worden de rollen omgekeerd. Nu verteld Jezus de duivel en zijn trawanten wat zij van Hem moeten gaan doen en dan hebben ze geen keus.
In Kapernaüm bestraft Jezus een boze geest, Hij zegt hem te zwijgen en stuurt hem weg (Luc.4:31-41). Een man die door zonde de rekening van de boze gepresenteerd krijgt in de vorm van melaatsheid, maakt Jezus weer rein (Luc.5:12-16). Een man die de boze verlamt op bed heeft gelegd, pakt zijn beddengoed op en gaat lopend naar huis (Luc.5:17-26). Een weduwe krijgt haar zoon terug uit de dood, de boze kan hem daar niet vasthouden (Luc.7:11-17). De wind en de golven die door de boze worden ingezet om Jezus en zijn discipelen te doen verdrinken, gebied Hij stil te worden (Luc.8:22-25). En een ernstig bezeten man keert op het woord van Jezus gezond en gekleed terug naar huis (Luc.8:26-39).
De boze kwam met 3 vragen en geen enkele daarvan werd vervuld. Jezus kwam terug met een eindeloze lijst opdrachten aan de boze en allen werden gehonoreerd.
Wie zullen wij dan vrezen?
Degene met de beperkte gedelegeerde macht of degenen met de volle autoriteit?
Van wie willen we onder de indruk zijn?
Degene die dood en ziekte brengt of degene die het wegstuurt?
Wie wil jij je eer en respect geven?
Mag ik Hem houden?
Hebr.12:5 Ik zal je niet begeven en je niet verlaten.
De avond dat ik in een dienst van Marty Hayer tot bekering kwam was emotioneel overweldigend. Die avond viel ik thuisgekomen, als een blok in slaap en de volgende morgen schoot ik wakker met de gedachte: “er is iets heerlijks gebeurt….maar Heer bent U daar nog?”.
Iedereen kan zich die kinderlijke angst herinneren van iets geweldigs krijgen en dan bang te zijn dat je het niet mag houden. Is het echt voor mij? Mag ik het houden, hoef ik het niet weer terug te geven, komt er niemand anders het opeisen of wordt het niet weer van mij afgenomen?
Het idee dat God die 100% lief, mooi, genadig, prachtig en machtig is, werkelijk bemoeienis met mij wil hebben en bij mij wil wonen….Het kind in mij kan dat nauwelijks bevatten, dat Hij is hier in mijn leven is om te blijven.
Hij loopt niet weg als ik stom doe en blunder (wat ik beslist zal doen)?
Het kind in mij vraagt zich af: Wordt hij niet boos als ik voor de 100ste keer dezelfde fout maak (die ik vast daarna nog 100 keer zal maken)? Vraagt Hij uiteindelijk toch niet allerlei zaken van mij waar ik helemaal niet aan kan voldoen? Of vindt Hij niet een ander veel leuker, beter of bruikbaarder?
Rationeel weten we precies hoe het zit en kennen we de antwoorden wel, maar het kind in ons heeft tijd nodig om de emotionele waarheid te omhelzen, dat al wat Hij van ons vraagt is om Pappa te mogen zijn. En wij mogen kind zijn.
Sloopwerkzaamheden
Ef.4:22-24
Dat je, wat je vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt die ten verderve gaat,–en dat je de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is.
Tegenover mijn werk wordt een gebouw afgebroken en dat gaat lang niet zo snel als dat ik had verwacht. Voor het spektakel had ik een beetje springstof wel leuk geleken, zodat de hele boel implodeert, maar daar denken de slopers anders over. Niet alles van het oude gebouw is onbruikbaar. Zorgvuldig halen ze de gevaarlijke materialen tussen de bruikbare spullen weg en sorteren het, glas, hout, ijzer enz. Deze spullen kunnen later weer op een andere manier worden gebruikt in een ander bouwwerk.
Soms heb ik de indruk dat God net zo zorgvuldig met onze oude mens omgaat. De vorm die we hebben en de manier waarop dat is opgebouwd, doet ertoe voor God, zelfs al is die niet bruikbaar in het Koninkrijk van God in zijn huidige vorm. God schrijft het oude niet af.
Hij gebruikt geen springstof, Hij gaat er liefdevol mee om. Hetgeen echt onbruikbaar en schadelijk is, haalt Hij er zorgvuldig tussenuit en bruikbare elementen krijgen een nieuwe plek. Hij vindt goud tussen het hout en asbest. En zoals in de tabernakel bekleed Hij het weerbarstige acaciahout ermee tot een voorwerp van grote schoonheid en eer.
Dat kunnen wij niet zelf uitvoeren aan onszelf, daar heb je een kundige en betrouwbare Sloper voor nodig die het overzicht heeft. En een mens met een bereidwillig hart om zich opnieuw te laten vormen.
Gebed: Heer ga Uw gang met mij, ik vertrouw erop dat U precies weet hoe ik behoor te zijn voor Uw eer en glorie.
De kwetsbaarheid van Zacheus
Er was iets bijzonders gaande daarbuiten. Zacheus besloot het risico te nemen om zijn kantoor te sluiten. Hij kon mogelijk inkomsten mislopen, maar over deze man die nu het dorp binnen kwam gingen zulke bijzondere verhalen de ronde, dat hij wel eens met zijn eigen ogen wilde zien wat dat voor een man kon zijn. Was dit de belofte van God?
Het was nieuwsgierigheid die hem naar buiten dreef, praktische oplossingsgerichtheid die hem deed kiezen om in de boom te klimmen, maar toen werd hij gezien. Echt gezien.
Het was nooit zijn intentie geweest om plotseling zo zichtbaar te zijn en nu stond hij voor de keus. Als outcast- oppertollenaar zal hij alles geweten hebben van afwijzing; van onbetrouwbare mensen en valse beloftes. Hij had geen postuur om trots op te zijn, hij was geen gerespecteerd lid van de samenleving en hij had mensen opgelicht. Mocht deze man van God hem zien, hem echt zien, op het moment dat Hij zei: “Zacheus kom vlug naar beneden, want Ik wil in jou huis komen”, (Luc.19:5)
Hij had negatief kunnen antwoorden, weg kunnen lopen of in de boom kunnen blijven zitten. Hij had op zoveel manieren verdedigingsmuren kunnen optrekken.
Er was maar één manier om de belofte van God, Jezus, God zelf, te ontvangen. Door zichtbaar te zijn en heel kwetsbaar.
In elk persoonlijk mensenleven laat Jezus keer op keer zien dat Hij dat vertrouwen waard is. Niet één persoon werd door Hem afgewezen, niet één werd er veroordeeld, niet één werd er ziek of met lege handen weggestuurd. Nooit heeft Hij het vertrouwen van een mens misbruikt en allemaal hebben ze meer gekregen als dat ze ooit hadden verwacht. Maar het vraagt de kwetsbaarheid van Zacheus om uit de boom te komen, zichtbaar te zijn en je huis open te stellen.
Gebed: Heer vergeef me dat ik het heel eng vind om zo zichtbaar en kwetsbaar te zijn. Verlos me van die angst met Uw grenzeloze liefde.
Omgaan met een verlies in de strijd
Rom.8:37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad.
Ik zat van de week een film te kijken over een reddingszwemmer. Het was hem in een noodsituatie niet gelukt om zijn drenkeling uit het water te halen. Het slachtoffer overleed en de redder worstelde met zichzelf.
Natuurlijk was het een film, maar de worsteling is zo herkenbaar. We hebben ergens voor gestreden, met al onze tijd, kracht, inzet en geloof. En dan verlies je…..
Hetgeen wat je dacht tot een goed einde te kunnen brengen glipt uit je handen en gaat onherstelbaar kapot.
Dat is het moment dat de boze direct de triomfvlag hijst, eindelijk is er modder die hij ‘met aannemelijke gronden’ naar ons kan gooien. “Het is bewijsbaar en zichtbaar, en het is onze fout’.
De boze probeert ons te verleiden om een zwart-wit positie te liezen: om de schuld af te wijzen en bij externe factoren neer te leggen of de schuld geheel en al op ons te nemen en in een hoekje weg te kruipen.
Het verwerken van onze verliezen samen met God ligt een stuk genuanceerder, maar deze 3 aspecten zal iedereen tegenkomen bij het verwerken van zijn verliezen. We hebben het nodig om te relativeren waar onze schuld uit bestaat, voor welk deel waren we verantwoordelijk en voor welk deel niet? Daarna dealen we met die schuld en ontvangen we genade. En we dealen met de schade die er is ontstaan.
En dan terug in het zadel!
Je weet van de genade, je weet dat God je vergeeft, je bent gekocht en betaald door het bloed van Jezus Christus….maar de 1ste keer dat je ‘je voet weer op het water zet’ om te doen wat voorheen fout is gegaan, dat is een andere strijd.
De boze doet je maar al te graag denken dat je een waardeloze ‘piep’ bent (vul je rol maar in: moeder, vader, echtgenoot, vriend, enz), want wij hebben de strijd immers toch verloren???
Wat de boze echter vergeet is dat een kind van God altijd sterker terug komt.
Met Gods genade op zak, met geleerde lessen en een heleboel meer kennis en wijsheid, gaan we de strijd niet meer in zoals de 1ste keer. We gaan er sterker, beter en met God machtiger in als de vorige keer. Er zijn misschien geen garanties dat deze keer de overwinning wel wordt behaald, maar de kans op overwinning is groter dan de keer daarvoor, niet kleiner!
Verandert God ons van gedachte?
Fil.2:13 God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.
In het verleden heb ik wel eens aangenomen dat God doelgericht mensen op andere gedachten brengt, omdat Hij dat beter voor ze vindt en een betere weg heeft. Gebaseerd op de bovenstaande tekst bad soms voor iemand die ik “slechte dingen” zag doen: Heer breng die persoon op andere gedachten.
Ik denk dat het nog steeds geen slecht gebed is, maar toch ben ik wel anders gaan denken over de bovenstaande tekst waar ik mijn gebed op had gebaseerd.
Er zit sowieso een knelpunt in deze visie, namelijk dat God mensen vrijheid heeft gegeven. Echte vrijheid en dat betekend dat ze ook vrij zijn om verkeerde dingen te doen. Ik weet niet hoe jij daar tegenaan kijkt, maar ik denk dat dit ook inhoud dat Hij mensen niet van buitenaf een andere visie implanteert.
Door die gedachte ben ik beter gaan kijken naar de context van de bovenstaande zin. De context is ‘gehoorzaamheid’ en het is gericht aan Gods kinderen.
Als wij gehoorzaam en doen wat Pappa van ons vraagt, ook al zien we dat zelf nog niet zo zitten, dan brengt Hij ons op andere gedachten. Dat is niet zo vreemd, wanneer we ons realiseren dat hij het allerbeste voor ons wil en dat er veel wijsheid zit in de dingen die Hij voor ons wil.
In mijn eigen leven heb ik wel eens de zorg voor iemand op mij genomen terwijl ik dat niet zag zitten, maar God had die persoon op mijn weg geplaatst. Tot mijn verbazing bemerkte ik na verloop van tijd dat ik van die persoon was gaan houden en mezelf, tegen al mijn eigen ideeën in, geheel ging inzetten voor zijn of haar zaak.
Hetzelfde is me ook wel gebeurd met bepaalde taken. Ik zag de taak niet zitten, dacht dat ik het niet kon, maar doordat ik deed wat er van mij werd gevraagd, mocht ik ontdekken dat ik sommige dingen heel goed kan. Daardoor wil ik die taak nu graag doen en is mijn tegenzin en de gedachte die ik erbij had, omgekeerd.
De sleutel tot gedachte verandering is naar mijn mening gehoorzaamheid en dan werkt God de rest in ons uit.
littekens op je ziel
2 Tim.2:20 in een groot huis zijn niet alleen voorwerpen van goud en van zilver, maar ook van hout en van aardewerk, en wel deels met eervolle en deels met minder eervolle bestemming; indien iemand zich nu hiervan gereinigd heeft, zal hij een voorwerp zijn met eervolle bestemming , geheiligd, bruikbaar voor de eigenaar, voor iedere goede taak gereed.
We leven in een
maatschappij waarin gebruiksvoorwerpen massaal worden geproduceerd. Borden, kopjes en kommetjes hoeven niet veel te kosten dus als er eens eentje stuk valt gooi je de scherven weg en koop je een nieuwe. In Gods koninkrijk staat het echter anders voor.
Er zijn massa’s mensen, maar met dat verschil dat er van elk maar eentje is. Wanneer die ‘valt of breekt’ wil God de Vader die met eindeloze liefde en geduld weer repareren. Het weggooien van de scherven van Gods geliefde kind, is geen optie in Gods ogen. Niemand kan dit ene uniek levende wezen vervangen. Elk gebroken ‘voorwerp’ wordt liefdevol gereinigd, genezen en eervol hersteld.
In Japan kent men een kunstvorm die dit prachtig uitbeeld, genaamd Kintsukuroi. Gebroken aardewerk wordt hersteld met goud, waardoor de breuk niet wordt weggemoffeld maar de schoonheid benadrukt van herstel. Het ‘litteken’ vormt een toegevoegde schoonheid aan het vaatwerk, niet iets om je voor te schamen.
Het unieke ‘voorwerp’ zal niet verloren gaan, maar is geheel bruikbaar voor zijn Eigenaar. Zo denk ik dat de littekens die wij dragen getuigen van de liefde en de genezingskracht van onze God. Ze hoeven hoeven niet verstopt te worden maar mogen getuigen van hoop voor ieder die gebroken is.
klasse denken
In Luc.7:36-50 is Jezus uitgenodigd voor een etentje bij een stelletje kerkelijke gezagsdragers, maar een hartelijk ontvangst is het niet. De meest basale vormen van gastvrijheid die gangbaar waren in die tijd worden Hem ontzegt, zijn voeten worden niet gewassen en Zijn hoofd niet gezalfd. Noodgedwongen moet Jezus met vuile voeten aanliggen, een zichtbare oneer. Alsof wij iemand zouden uitnodigen door enkel de deur open te gooien en weg te lopen, zonder onze gast te wijzen waar hij zijn jas op kan hangen en hem een kop koffie aan te bieden. “De deur is open maar voor de rest zoek je het maar uit”.
Dan komt er een vrouw die Zijn voeten wast met haar tranen, ze droogt met d’r haar en kostbare olie over Hem uitgiet. Plotseling zijn alle farizeeërs alert. Geen haar op hun hoofd die er aan denkt om zich te laten aanraken door zo’n slet!
En waarom eigenlijk niet?
De vergelijking die Jezus verteld brengt hun klasse-denken aan het licht. Hij verteld over 2 wanbetalers die hun schulden niet kunnen betalen. De ene is €50,- schuldig en de ander €500,-, het wordt hun allebei kwijt gescholden en natuurlijk is de wanbetaler die €500,- had moeten betalen het meest blij. De vergelijking laat het probleem van deze mannen, ze hebben zoveel eigen gerechtigheid om zich op voor te laten staan. Zij zijn niet zo slecht als die slet aan Jezus’ voeten, ze hebben misschien een paar kleine foutje, maar dat betekend toch niet dat ze gered moeten worden? Die ander die is pas erg, die heeft pas een schuld om je voor te schamen. Daarmee gaan ze voorbij aan de boodschap van Jezus die zei, dat ze beiden hun schuld niet kunnen betalen. We kunnen met eigen gerechtigheid onze schuld niet afkopen.
Niets van wat wij doen kan ons in een beter daglicht voor God plaatsen of ons beter tevoorschijn doen komen, alleen Jezus is in staat om voor onze schuld te betalen.
Gebed: Jezus dank U wel wat U voor mij hebt gedaan, Uw offer van genade neem ik aan. Vergeef me de denkfout dat ik ‘door het goede te doen’ meen er beter te voorstaan. Dank U dat ik in liefde voor U blij mag zijn met ‘het goede te doen’.
Zie je de boodschapper of hoor je de boodschap?
Als de boodschap ongewenst is en weerstand oproept of boosheid, richt men zich al snel op de boodschapper.
We zullen ons er allemaal ongetwijfeld wel een mee bezig hebben gehouden. Je beoordeelt de houding van de boodschapper, zijn intonatie en het moment van spreken. Was dat nu wel de juiste timing? Was dat niet heel erg onbeleefd of was die frons en die blik erbij niet enorm veroordelen?
Zo wordt de aandacht afgewend van de boodschap zelf.
Het is soms frustrerend voor mensen die in hun dagelijkse werk op die manier onder een vergrootglas worden gelegd, omdat het nu eenmaal hun taak is om onaangename dingen over te brengen. Maar de techniek van aandacht verleggen is al heel oud. Jezus kreeg er ook mee te maken bij de farizeeërs en de Schriftgeleerden. In Luc.6:6-11 lees je hoe Jezus de verschrompelde hand van een man genas, nota bene op de sabbat, en dan staat er in de NJB “they were furious and began to discuss the best way of dealing with Jesus’. Het was niet de vraag hoe ze op Zijn boodschap konden reageren, maar wat ze met de Man Jezus zouden doen “dealing with Jesus”.
Aan ons dezelfde vraag: Hoe kijken wij aan tegen de arbeiders in Gods koninkrijk? Het is zo eenvoudig om te wijzen op de persoon en de boodschap te vergeten. Ja, God werkt door onvolmaakte mensen heen, maar wie Jezus wil horen zal daar aan voorbij moeten trekken. Luister naar de boodschap, zonder aanstoot te nemen aan de boodschapper.
Luc.7:23 “blessed is anyone who doesn’t find me a cause of falling- Zalig wie geen aanstoot aan Mij neemt”.
Gebed: Heer ik kies ervoor om de mensen te vergeven die mij een boodschap hebben gegeven (ongeacht of die goed of fout was) waar ik aanstoot aan genomen heb en ik zegen ze, dat ze zullen groeien in hun rol als boodschapper, in Jezus naam.
Woestijnlessen

Luc.4:1-13 de verzoeking in de woestijn.
Jezus vol van de heilige Geest, werd de woestijn in geleid. Dat lijkt zo tegenstrijdig. Hoe kan de Heilige Geest je leiden naar een plek waar het zeer oncomfortabel is en je wordt verleid tot verkeerd handelen? Toch doet Hij dat hier met Jezus.
Je mag dus concluderen dat er moeilijke situatie in ons leven kunnen ontstaan die niet perse ongewenst zijn. We zijn geneigd om te oordelen dat God dit niet kan hebben geleid, maar is dat werkelijk zo? Hoewel God niet de boodschapper is, die de verleidingen en aanvallen op jou af vuurt, toch is het wel mogelijk dat je precies op de juiste plaats bent, ondanks dat deze dingen op je af komen.
En WAT komt er dan precies op je af?
De meest in het oog lopende frase in de verzoekingen is “Als jij de Zoon van God bent…”. De test op identiteit, wie is je Vader, naar wie luister je?
Zodra je niet luistert wordt je in zo’n oncomfortabele positie al snel verleid tot eigenmachtig handelen. “Zeg tot de steen dat hij brood wordt”, met andere woorden :”God heeft jou toch autoriteit gegeven? Gebruik hem dan”. Maar het is niet aan ons om te bepalen wanneer en waar we die autoriteit van God mogen gebruiken. Luisteren we naar onze eigen inschattingen, onze eigen ongemakken en noden of naar onze Vader. Zijn we zonen of slaven van onze eigen noden?
De duivel sprak: “Werp jezelf van hier naar beneden. God zal je wel opvangen, dat heeft Hij toch gezegd?”. Ja, God zorgt voor ons, maar dat wil niet zeggen dat we bijvoorbeeld zomaar geld kunnen uitgeven, een zendingsreis kunnen boeken of onszelf in gevaar kunnen brengen. Dan handel je als het verwende zoontje van een miljonair, maar staat vreemd te kijken als er plotseling toch consequenties aan blijken te zitten.
De ultieme verleiding geeft de duivel in de uitnodiging om hem te aanbidden in plaats van de Vader. Al deze verleidingen lokken uit om niet als zoon te handelen. Om uit je identiteit te stappen en je ego, een afgod, of naar een theorie te luisteren. Om niet vol te zijn van de Heilige Geest en als een zoon geleid te worden.
Jezus daagt je uit om een ongemakkelijke situatie waarin je strijd ervaart niet uit de weg te gaan, maar om die juist in te stappen en je te laten leiden. Stap in je identiteit en groei door de situatie heen, nog dichter naar God, als een zoon die luistert. Die handelt zoals zijn Vader wil dat hij handelt en spreekt zoals zijn Vader wil dat hij spreekt.