Hemelse glans

Matt.17:2 Zijn gedaante veranderde voor hun ogen en Zijn gelaat straalde gelijk de zon en Zijn klederen werden wit als het licht.91e894e93671f854b85056d90be69c23

We krijgen niet zo heel vaak een beeld van het hemelse, maar waar er een beschrijving plaats vindt, wordt er gesproken over het licht en de stralende glans. Die valt op, omdat die anders is als wat wij kennen.
Mattheus verhaal doet denken Mozes die een soort gelijke ervaring had. Mozes daalde van de berg af met de twee stenen tafelen Ex.34:29 hij wist niet dat de huid van zijn gelaat straalde, doordat hij met Hem gesproken had. Toen Aaron en de Israëlieten Mozes zagen, zie de huid van zijn gelaat straalde en zij durfden hem niet te naderen. Mozes deed doeken over zijn gezicht om de glans die van hem uit ging te bedekken.
Elia bedekte ook zijn gezicht, nog tijdens zijn ontmoeting met God. 1 Kon. 19:11 toen de Here juist zou voorbij gaan, was er een geweldige en sterke wind, die de bergen verscheurde en de rotsen verbrijzelde, die voor de Here uitging. In de wind was de Here niet. En na de wind een aardbeving. In de aardbeving was de Here niet. En na de aardbeving een vuur. In het vuur was de Here niet. En na het vuur het suizen van zacht koelte. Zodra Elia dit hoorde, omwond hij zijn gelaat met zijn mantel,
Het hemelse wordt niet verlicht door de zon, maar door God zelf en dat licht lijkt niet op onze aardse lichtbron. We lezen dit terug in Openb.21:23 de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam.
Onze zon staat boven ons, schijnt van buiten af en maakt schaduw. De beschrijving van het hemelse lijkt meer op licht wat de mens overvloeit, een heerlijkheid die iemand omgeeft en inwoont, waardoor de persoon gaat gloeien en licht wordt. Het Lam wat woning in mensen heeft gemaakt (Joh.14:23).
Er is geen schaduw door extern licht. Lees ter aanvulling ook Openb.22:5 En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.
Een externe lichtbron kan door verandering van stand, rotatie van de aarde nacht tot gevolg hebben. In het nieuwe Jeruzalem is er geen sprake meer van het wegvallen van licht of nacht. Mensen zijn verlicht door God. Het lijkt erop dat ze Zijn licht weerspiegelen (2 Cor.3:18)
Mozes, Elia, Petrus, Jacobus en Johannes kregen er alvast een voorproefje van, maar uiteindelijk zullen we het allemaal gaan zien. Spannend hé? Ik ben zo benieuwd.

Verwacht het onmogelijke

Matt.16:21 van toen aan begon Jezus Christus Zijn discipelen te tonen dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en de overpriesters en de Schriftgeleerde en gedood worden en ten derde dagen opgewekt worden.

En zo gebeurde het ook!
De discipelen hadden het kunnen weten toen het gebeurde. Jezus heeft Zijn plannen niet verborgen gehouden voor Zijn vrienden, maar het paste niet in hun aannames. Petrus ging er al direct op in toen Jezus het hun vertelde, met de woorden: “God verhoedde dat dit gaat gebeuren”.
Op het moment dat Jezus gearresteerd werd, vluchten de discipelen alle kanten op. Petrus ontkent drie keer dat hij ook bij Jezus hoort en Thomas geloofd de opstanding pas als hij zijn vinger in Jezus hand heeft gestoken.
Waarom konden ze het plan wat Jezus hun had verteld niet verwerken, aannemen en het een plek geven? Waarom zou ik er zo’n moeite mee hebben?
Ik denk omdat we eigenlijk niet kunnen geloven dat zaken die naar aardse maatstaven onherstelbaar stuk zijn, ook maar iets goeds kunnen voortbrengen. Hoe kan er iets goeds voortkomen uit dood; of uit verbroken relaties of uit ziekte, of ontslag? Naar aardse maatstaven kan het niet, dingen zijn stuk.addtext_com_MTA0MTUyMzUxMDY
Maar God is niet gebonden aan aardse regels. Daarom zegt Jezus tegen Petrus die Hem erop aan spreekt :”Je bent niet bedacht op de dingen Gods”.
Het koninkrijk der hemelen stijgt verre uit boven het aardse, ‘de dingen der mensen’. Het gedraagt zich niet naar die wetten en regels, maar naar hemelse mogelijkheden, naar geloof, trouw, liefde en goedheid.
Bedenk je eens wat er naar koninkrijk regels mogelijk is in jou ‘onmogelijke’ situatie. Wat zou God er allemaal mee kunnen doen? Niet om het voor Hem in te vullen, maar om het onmogelijke te gaan verwachten. Om te gaan verwachten dat God er groot in zal zijn en te verwachten dat het voor Hem geen onmogelijke situatie is.
In het natuurlijke zien we al voorbeelden van onvernietigbaar leven. Op wegen die zijn afgeschraapt, bedekt met groeiend heet asfalt, piept na verloop van tijd het onkruid door de scheuren. Op loodrechte rotswanden heb ik boompjes zien groeien. Hoeveel krachtiger is het Leven wat God geeft boven het natuurlijke uit.
Joh.11:26 Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij geloofd zal leven.

Onvoorstelbare macht

Matt.16:19 Ik zal u de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen. En wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.

Deze sleutels profeteerde Jesaja, op de schouders van Jezus Christus. 22:22 en Ik zal de sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; opent hij niemand sluit; sluit hij niemand opent.
Op zijn schouders, dat is geen gebruikelijke plaats op sleutels te bewaren. Wij zouden ze ergens veilig in ons zak steken, waar niemand bij kan, want wie de sleutels heeft kan ergens naar binnen. Die persoon heeft vrije toegang om te handelen of weg te nemen in dat huis, dus zijn we voorzichtig met sleutels.
Sleutels op de schouders dragen spreekt van niet ontneembare autoriteit. De macht die de sleutels draagt is onoverwinnelijk, niemand kan die sleutels afnemen.
Diezelfde autoriteit verbind Jesaja aan het hanteren van die sleutels, niemand zal de deur dicht kunnen doen als Hij die deur open gemaakt heeft, niemand. En zo ook andersom, als hij de deur heeft gesloten, dan is die deur onherroepelijk dicht.

Nu komt het wonderlijke, Jezus legt die autoriteit in onze handen.
Ik zal u geven de sleutels van het koninkrijk der hemelen”. Jezus heeft die niet af te nemen, onomkeerbare macht om te open en te sluiten, en Hij zegt tegen jou “alsjeblieft, wandel daarin”.
Nog een paar aanvullende teksten, mocht het niet helemaal tot ons doordringen Luc.10:19 zie, Ik heb u de macht gegeven om op slangen en schorpioenen en te treden en tegen de gehele legermacht van de vijand; en niets zal u enig kwaad doen.
Ik weet niet hoe dat voor jullie is, maar ik moet daar toch wel een poosje op “herkauwen”. Weten is één ding, maar erin gaan staan, het opnemen en uitoefenen, is een stap verder. Maar daar is het wel voor bedoelt, niet om in de voorraadkast te leggen als een noodpakket.
Nog een keer dan? Matt.10:1 Hij riep Zijn twaalf discipelen tot zich en gaf hen macht over onreine geesten om die uit te drijven en om alle ziekte en alle kwaal te genezen. En toen stuurde Hij ze op pad om dit te gaan doen en iedereen van het koninkrijk te vertellen. book-614016_960_720
Dit geldt niet slechts voor de twaalf die Hij op dat moment uitzend, sterker nog, het is in overeenstemming met hetgeen Jezus tegen ons allemaal zei vlak voordat Hij plaats nam aan de rechterhand van de Vader: Marc.16:15 verkondigt het evangelie aan de ganse schepping, v17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.

Overdenk deze dingen en berg ze op in je hart, want het is zo contra aan wat wij op aarde kennen. Het is nodig dat we de dingen van het koninkrijk waar wij deel van uitmaken overdenken totdat het ons eigen is.

openbaring

Matt.16:15 Maar wie zegt gij dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde :”Gij zijt de Christus de Zoon van de levende God”. – Vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemelen is.addtext_com_MjEyOTA5MTI2OTA2

Jezus zelf in Zijn menselijke verschijning had het hun niet verteld. De Heilige Geest was nog niet op alle vlees uitgestort en toch had er openbaring plaats gevonden van de Vader zelf. Van hart tot hart in de persoonlijke relatie tussen de Vader en Simon Petrus.

Als je met iemand een relatie aangaat, wil je dat die persoon je echt leert kennen.
Niet in de zin dat iemand van je levensgeschiedenis van A tot Z op de hoogte is, maar vooral van je karakter. Waar hou je van, wat vindt je leuk en waar wordt je niet blij van. Zodra die ander handelt op een manier waaruit blijkt dat hij ons nog niet zo goed kent als dat we hopen, dan zijn we teleurgesteld.
Het is misschien een zeer beperkte vergelijking, maar voor God is dat niet anders. Hij houdt van ons, Hij gaat een relatie aan met ons en Hij wil zichzelf openbaren aan ons. Hij wil bij ons zijn en geen verstoppertje met ons spelen.
Het hangt niet van Hem af, Hij wil zichzelf laten kennen, Zichzelf openbaren.
Maar net als elke goede relatie, zullen we er tijd en aandacht aan moeten geven.

Er zit nog een theologisch probleem in dit tekst gedeelte waar ik mijn mening over wil geven, omdat één van mijn allerliefste vrienden hiermee zo heeft geworsteld ten aanzien van de kerk waarin hij was opgevoed.
De letterlijke vertaling van de grondtekst zegt: “Jij bent Petros, en op dit, de rots/petra zal Ik mijn kerk bouwen”.
Persoonlijk ben ik van mening dat het woordje “dit” verwijst naar de openbaring dat Jezus de Christus is.
Die interpretatie is in overeenstemming met andere Schriftgedeelten waar Jezus ook de rots wordt genoemd. bv. Rom.9:33 Zie ik leg in Sion de steen des aanstoots en de rots der ergernis en wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamt uitkomen.(Jes.8:14); 1 Cor.10:4 zij alle dronken uit de geestelijke rots, welke met hen meeging en die rots was de Christus.
Daarnaast wordt Christus in het N.T het hoofd van de gemeente genoemd. Ef.1:22 En hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.
Paulus; -die Jezus Christus door persoonlijke openbaring heeft leren kennen, -respect had voor de apostelen, met de apostelen bekend was en verantwoordelijkheid aan hen aflegde in Jeruzalem, -noemde Jezus het hoofd van de gemeente en niet Simon Petrus, de man van vlees en bloed. Paulus schrijft in verschillende brieven “aan de gemeente van Jezus Christus” en daarmee adresseert hij Jezus als de eigenaar en autoriteit over de gemeente.

Pasen elke dag.

Matt.15:10-20 Rein en onrein
11. Niet wat de mond ingaat maakt de mens onrein, maar wat de mond uitkomt v18 komt uit het hart. V19 uit het hart komen boze overleggingen, boze overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, leugens, godslasteringen.

Geen fraai lijstje, we kunnen onszelf proberen wijs te maken dat wij ‘zulke grote slechte dingen’ niet doen, maar dan jokken we. Als onze zonde er niet tussen staat, betekend dat niet dat deze tekst het niet over ons heeft.
De tekst is zo vreselijk eenvoudig dat er geen ingewikkelde uitleg op los te laten is.
We zouden de schuld voor onreinheid zo graag buiten onszelf willen leggen! “Wij zelf niet als de oorzaak, maar een ander die ons ergens mee opzadelt”, zo een excuus.
Nog liever zouden we willen hebben dat het iets tastbaars is, iets wat je kan afwassen, of iets wat we niet moeten aanraken of niet mogen eten. Dat geeft ons een vals gevoel van controle, dat we er invloed op uit kunnen oefenen en het zelf kunnen fiksen.e1b00278c1e0d78c2a71c61618555317
Het tastbare is echter de dimensie waarin in het onreine wat we zelf veroorzaken, zich kan manifesteren. Het is niet de plek waar we het kunnen fiksen.

Er is maar één manier om ermee af te rekenen. Dat is door het te geven aan degene die er voor ons mee afgerekend heeft. We kunnen het niet zelf.
Tot die conclusie zijn we zelf eigenlijk ook gekomen. Al onze excuses weerspiegelen het namelijk, bijvoorbeeld :”Ik kan er niets aan doen maar die persoon haalt me het bloed onder de nagels vandaan”. Nou kort en simpel, stop er dan mee om het zelf te doen!
Ga naar Jezus vraag Hem vergeving en vraag Hem om je hart met liefde voor die persoon te vullen.
Steeds wanneer we onze oplossing zoeken in nog beter ons best doen, zijn we gedoemd om te mislukken, maar wanneer we Hem vragen ons kracht te geven om te handelen zoals lieflijk is in Zijn ogen, maken we kans om te overwinnen.

We hebben net gevierd dat Jezus de overwinning heeft behaald, dat het graf leeg is en dat Hij zit aan de rechterhand van de Vader. Dat is geen boodschap voor één keer in het jaar met een bosje narcissen. Dat is de praktijk om in te leven.
Pasen is een feest voor elke dag.

Maskers af!

(Zoals je misschien hebt gemerkt, heeft een griepje vorige week mijn schrijfproces verstoort, maar… hier ben ik weer 🙂 )

Matt. 15:1-9 Een twistgesprek met de Farizeeën.
6. Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter wille van uw overlevering. Huichelaars, terecht heeft Jesaja over u geprofeteerd, zeggende: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.

Het zijn rake woorden waarmee Jezus de Farizeeërs aanspreekt. Deze mannen waren speciaal uit Jeruzalem gekomen om te kijken of ze iets aan ‘het probleem Jezus’ konden doen. Ze achtte zichzelf hoog genoeg in rang om Hem aan te kunnen pakken en krijgen ‘m recht in hun gezicht terug.
De genoemde voorbeelden Hoe de Farizeeërs Gods geboden van kracht beroofde, rusten op de tempelcultuur die er op dat punt in de tijd nog was. De voorbeelden uit die cultuur staan zo ver van ons af, dat ze interessante achtergrond informatie zijn, maar geen raakvlakken hebben met ons huidige bestaan.

Maar het woord waarmee Hij hun aanspreekt heeft ons wel een hoop te vertellen.
Hij noemt hen “hupokrites”, huichelaars.
De eerste betekenis van dit Griekse woord is “uitleggers”. In dit geval zijn het uitleggers die met hun uitleg anderen veroordelen en hun fouten aanwijzen, terwijl zij zichzelf verschuilen achter hun rol. In de vorm van “het is nu eenmaal onze taak deze dingen uit te spreken, los van enig persoonlijk handelen”.
Hiermee komt de tweede betekenis van het woord in beeld, het stamt af van het woord “hupo-krinomai”- “een toneelspeler”.  Een toneelspeler kruipt ook in een bepaalde rol, hij is niet zelf de persoon die hij laat zien, maar laat een beeld zien van een ander persoon.

Zo kan het niet zijn in Gods huis, de kerk/gemeente en in Zijn Koninkrijk.
Geen rollen, geen maskers, maar een echte relatie met de Levende God, zonder mensen die vertroebelen. Jezus noemt de discipelen (volgelingen), Zijn vrienden. Wie Zijn wil doet, Zijn vader, moeder, zusters en broers. Hij roept ons op om Hem te volgen, en niet om in een rol te stappen.
Nep brengt nep voort, toneelspelers brengen toneelspelers voort, geen discipelen.holiday-1227970_960_720
“Hun hart is verre van Mij”, is een aanklacht van verdriet.
Van de beginnen af lezen we over God die bij de mensen wil wonen, (Ex.25:8, 29:45, 1 Kon.6:13). Scheiding tussen God en de mens door zonden, doet Hem zo’n pijn dat Hij Zijn Zoon stuurt om de scheiding weg te nemen.
Hier loopt God op tegen mensen die zichzelf van Hem afscheiden. Door iemand te zijn die ze niet zijn.
‘Huichelaars’, zet je masker af en kom met je hart in plaats van optreden in een rol, want God ziet er dwars doorheen en kent je naaktheid eronder.
Dan is het beter om naakt en beschaamt te komen, dan met een masker, want geen enkel masker kan je beter doen overkomen bij God en bij mensen.

Leven, zoals God alleen dat geven kan.

Als 7177cc92e6450ea908227b1e5e779e1fje denkt dat alles verloren is,
Als er menselijkerwijs geen enkele oplossing meer voor handen is,
Als wij totaal zijn uitgepraat en er niets meer gedaan kan worden,
Als er geen oplossing ter wereld nog een uitweg kan bieden,

Dan is God, nog Steeds God.
Hij maakt er een deur van naar een heel nieuw leven.
Leven zoals we nooit hadden verwacht
Leven zoals we niet eens voor mogelijk hebben gehouden

Leven met koninkrijkseigenschappen:
Eeuwig en onvernietigbaar.
Genadig en liefelijk
trouw en GOED.