God is goed.

Job 1:21 De Here heeft gegeven en de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd.
In dit alles zondigde Job niet en schreef God niets ongerijmds toe.

Job was een rijk man voordat de catastrofe toesloeg, vroom, oprecht, godvrezend en wijkend van het kwaad. Dat alleen al zou toch een garantie moeten wezen tegen onheil? Tenminste, dat zou je toch verwachten. Er was geen aanleiding waarom hij door vijanden zou worden overvallen, beroofd, door storm en bliksem getroffen, en lichamelijk door ziekte getroffen. Dat alles hem overkomt, in zo een korte tijd?? Die man die moet wel zonde in zijn leven hebben, zou je zo denken.
Vele van ons leven in het aardse gedachtegoed van oorzaak en gevolg; je krijgt wat je verdient. ‘Als je zondigt is dat een open deur voor de vijand en dan krijg je dat. Beleid je je zonde dan krijg je vergeving en dan komt alles weer goed’,  dat is de standaard-theorie ongeveer.
Job zet dat geheel op losse schroeven, lees het nog maar een keer: vroom, oprecht, godvrezend en wijkend van het kwaad.
In het Koninkrijk van God zijn oorzaak en gevolg niet meer met elkaar verbonden.
Op de troon zit God, die goed is en zegent, en zegent en zegent, ver uit boven alles wat we ooit verdienen. Hij zegent ondanks onze zonden. Ondanks onze verkeerde daden hebben we eten op tafel, een bed om in te slapen, kleding om aan te trekken, en dat is meer als dat vele andere mensen in de wereld kunnen zeggen. Maar als Hij 1x Zijn hand terug trekt….’Laten dan de bergen op ons vallen, ga in je schuilkelder’, want dan is het leed onvoorstelbaar. Dan ligt er duisternis op de vloed, de maan wordt als bloed en de sterren vallen van de hemel.
Wij hebben niet minder zonden als de mensen die in Texas door orkaan Harvey alles zijn kwijtgeraakt, toch hebben wij een dak boven ons hoofd. We zijn niet beter als de mensen die in Myanmar door etnische zuiveringen worden uitgemoord en toch zegent God ons met onvoorstelbare vrijheid van leven in ons land. Daarentegen kennen we ook mensen wiens slechtheid zo onomstotelijk vast staat en toch leven ze in weelde!?
Boven dit alles regeert niet de logica van oorzaak en gevolg. Boven dit alles is: God goed en de boze slecht.
Het knapste van Job is dat hij God niets ongerijmds toeschreef. Hij hield God niet verantwoordelijk voor het kwaad. Hij begreep het niet, maar ondanks durfde hij zich vast te houden aan zijn geloof :God is Goed. Wat er ook gebeurd, al heeft hij niets meer over, dan nog is God goed.
Daarmee legt hij voor ons een enorm voorbeeld neer.
Gebed: Heer vergeef me wanneer ik mopper of U verantwoordelijk acht voor zaken waar U niets mee te maken heeft. Was mijn hart schoon, vernieuw mijn denken, want ik kies ervoor om U te prijzen in alle omstandigheden.

Met Jezus voor ogen

bron: https://findpenguins.com/peru/travel-blog

Hebr.12:1-2 Laten we met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. Laat ons oog daarbij gericht zijn op Jezus de Leidsman en voleinder des geloofs.

De laatste maanden heb ik getraind voor een trektocht door de bergen, die ik in september ga maken. Ik heb me verdiept in het doel waarvoor in train. Ik weet welke spieren er heel sterk moeten zijn, hoe hoog we gaan wandelen, welke weerscondities ik kan verwachten en hoe lang die wandeldagen zijn. Ik heb mijn lichaam op de proef gesteld, gewichten in mijn rugzak gestopt, gewerkt aan kracht en duurte sport, maar om nu te zeggen dat dit altijd leuk was…..Nee!
Soms was het zo warm dat het zweet over mijn rug gutste, soms regende het. Spierpijn, blaren, en tegenslag, het hoort er allemaal bij. Het heeft me tijd gekost, andere dingen die ik ook leuk vindt moesten er soms voor wijken. Voedsel wat ik niet zo lekker vind, moest meer en andere dingen die ik erg lekker vind om te eten moesten blijven staan, maar met het doel voor ogen weet ik dat elke druppel inspanning zich terug gaat betalen. Op 4000m zal ik blij zijn dat ik het heb gedaan en waarschijnlijk vinden dat ik nog niet genoeg heb gedaan….

Paulus vergelijkt het christelijke leven met een wedloop. De training op weg naar ons hemels huis staat model voor de wedloop die we nu afleggen. Maar als ik naar mijn training voor mijn fysieke goal kijk, vraag ik me af of ik me met dezelfde intensiteit geef voor een eeuwig goal? Wat mag het kosten, hoeveel wil ik geven? Hoeveel geestelijke spierpijn, blaren en tijd heb ik ervoor over?
Fysiek kan ik de pijn en inspanning leveren omdat ik mijn goal helder voor ogen heb (een tijdelijk doel) een tocht van 16 dagen lopen. Maar hoe helder heb ik mijn hemelse, eeuwige goal voor ogen?
Ik schrijf dit niet om je een schuldgevoel aan te praten, eerder om je uit te dagen, om Jezus scherper voor ogen te gaan stellen.
Ik weet dat als ik straks bovenop mijn berg zal staan, mijn God zal zeggen :”Hi five, girl, you did it!!”. Om met de woorden van een songtekst van Paul Wilbur te spreken “He will shout for joy when you are victorious”, en dat is zo waar! Hij vindt het heerlijk om te zien dat Zijn kind zijn grote overwinning behaald en op de toppen van zijn bergen zal staan. Hij is ‘over the moon’ wanneer we nu tijdens onze wedloop ons land innemen en dingen uitvoeren waar we voor die tijd misschien niet eens van durfden te dromen.
En meer dan dat, zal Hij ons toevertrouwen. De wedloop stoomt ons klaar voor een groter gebied, maar het is onze keus om te gaan. Om door te zetten, te kiezen en te blijven kiezen, om Jezus de Leidsman voor ogen te stellen en te gaan.

Jou tijd van Koninklijke waardigheid.

Ester 4:14 Wie weet of jij niet juist met het oog op deze tijd de Koninklijke waardigheid verkregen hebt.

Ik heb in verschillende teams gewerkt en dan zou je verwachten binnen de zorg dat iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft, namelijk het welzijn van de cliënten., maar dat is lang niet altijd het geval. Helaas kom je ook binnen de zorg collega’s tegen, voor wie het simpelweg werk is. Die erin gaan met een houding van “het wordt vanzelf wel 15.00 en dan ga ik weer naar huis. Dat is lastig voor betrokken mensen om mee te werken. Vaak zijn dat mensen die door hun onverschilligheid beslissingen maken die discussie opleveren. En dan wordt het spannen. Iedereen vindt er wat van, onderling heeft men het erover, maar wat gaan de collega’s ermee doen?
Communicatie over fouten is misschien wel het moeilijkste wat er is. Zwijgen lijkt de makkelijkste oplossing en dat wordt dan met verschillende redenen gedaan.
Een paar argumenten. Men gaat de confrontatie met de desbetreffende collega niet aan, omdat men bij voorbaat heeft bedacht dat het antwoord en de houding waar ze tegenover komen te staan, hun niet bevalt. Daarmee wordt een voorspelling van de situatie gemaakt die nog helemaal niet vast staat. Je weet nog niet wat de reactie zal zijn., maar de ‘voorspelling’ gaat bij voorbaat uit van een negatieve uitkomst. Wat zou er gebeuren als je een positief gesprek verwacht, wanneer je verwacht dat de collega niet opzettelijk verkeert is en het resultaat opbouwend en goed zal kunnen zijn? Jou gesprek zou ook succesvol kunnen zijn en een verandering op gang kunnen brengen.
Stel dat dit geen resultaat oplevert en de leidinggevende mag worden geïnformeerd, het argument wat dan gehoord wordt is “ik wil niet klikken’. Dit argument mist zijn doel, namelijk mogelijkheid om een positieve verandering op gang te brengen. Daarnaast is het een leugen om de inzet die je daarvoor doet tot ‘klikken’ te bestempelen. De inzet om Iets bespreekbaar te maken verdient niet zulke negatieve labels, tenzij je het doet met een negatief of egoïstisch oogmerk, namelijk om er zelf beter van te worden.
Het laatste argument wat ik naar voren wil brengen is :”het is niet mijn verantwoordelijkheid”.
Ester had dit kunnen zeggen. Zij had geen regerende functie, zich bezig houden met de politiek was niet haar taak en bemoeienis daarmee kon haar duur komen te staan.
Toch bevond zij zich in een positie om invloed uit te oefenen. Ze kon zich daarin gaan bewegen of ze kon zwijgen.
Er was wijsheid en voorzichtigheid voor nodig om aan te sturen op verandering en die ontving ze van God. Na 3 dagen bidden en vasten stond ze op en kleedde zich als de koningin die ze was. Koninklijk, door God aangesteld en geleid, in een waardigheid die God haar gegeven had.
Gelijk Ester heeft God ons waardigheid gegeven om als een Zoon of dochter van Hem, in Zijn wijsheid te spreken. Om naar voren te treden en een verandering te weeg te brengen.  Zwijg dan niet als het jou tijd is, maar bidt en Hij zal jou succesvol maken.

Een meesterstuk

Bron: Rene Gerritsen Fotografie http://renegerritsen.nl/project/nachtwacht-rembrandt-lundens/

Eén van onze grootste Nederlandse schilders was Rembrandt. Zelfs mensen die niets van schilderen weten raken onder de indruk wanneer ze tegenover de nachtwacht staan. De details in het schilderij zijn geweldig, de plooien in de kleding en de lichtval zijn zeer bijzonder. En dat alles van zeer grote afmeting, met de middelen die hij toen ter beschikking had.
Maar wat nu als dit schilderij zou gaan praten en plotseling tegen Rembrandt zou zeggen: ”Waarom heb je me zo’n bol gezicht gegeven? ?Waarom heb ik bruine ogen, blauwe vindt ik veel mooier. En als je me dan toch zo nodig als meesterstuk wilde gebruiken, had je me wel eens een paar centimeter langer kunnen maken en een beetje slanker!”.
Wat de piep?? Volgens mij was Rembrandt er niet op uit om een modeshow te schilderen, maar om een tijdsbeeld vast te leggen van het schuttersgilde dat de stad beschermde tegen aanvallers en ongewenste bezoekers. Dat was een gilde waar een stad trots op kon zijn, mannen die de moed hebben om op staan en de orde en veiligheid te bewaken.

Het idee van een pratend meesterstuk is misschien een beetje raar, maar in vergelijking is dat wel wat wij soms tegenover God doen.
God schiep ons uit stof, dat was al wat Hij nam en maakte er Zijn meesterstuk van, Ef.2:10 want Zijn maaksel zijn wij..”workmanship (ESB), Masterpiece (LNT)”. Hij gaf het licht Joh.1:4 In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen. Hij maakte zijn meesterstuk met een doel, niet voor een modeshow, maar om onoverwinnelijk te wandelen in Goddelijke kracht Joh.1:5 en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.
De mannen van Rembrandt haalde hun eer niet uit hun voorkomen, maar uit het belang van hun functioneren, hun vaardigheid en hun moed. Niet de zichtbare dingen bepaalde hun belang, zelf niet hun gebreken en hun tekortkomingen, maar hun aanwezigheid en het innemen van hun positie.

Gebed: Heer vergeef me mijn eigen oordelen over mijzelf. Ik besluit om ermee te stoppen en mijn positie in te nemen die U mij geeft.
Laat mij zien waarin U mij laat wandelen, de goede werken die U voor mij heeft voorbereid. Maak mijn stappen vast, mijn knikkende knieën sterk, om met opgeheven handen Uw wedloop te lopen, in Jezus naam.

Een doorgeef-briefje.

De dochter van mijn collega zit in groep 4 en tot grote opwinding van de rest van de klas had ze een doorgeef-briefje gekregen.
Je kent dat wel, zo’n briefje die stiekem door de rijen heen wordt doorgegeven tot het bij het juiste meisje terecht komt. Eigenlijk wil iedereen weten wat er op dat briefje staat, maar de route die het briefje door de klas gaat is vaak ook vooraf uitgedacht, zodat het briefje vooral niet in handen van ‘Pietje’ terecht komt, of nog erger de juf. Er kan wel een een vraag in staan die de vlammen doen uitslaan, zoals de vraag :”wil je verkering met mij?”
Maar stel je nou eens voor dat jij vandaag een ‘volwassen’ versie van zo’n doorgeef-briefje krijgt, hij is voor jou persoonlijk en er staat in:
“Hé, ik heb je al heel lang op het oog, vanaf het 1ste moment vond ik je direct geweldig. Ik ben stapelgek op je, ik kies jou.
Ik stuur mijn Geest naar jou toe, zodat je Mij beter kan leren kennen en om je te helpen, want ik wil dat je een geweldig leven hebt. Ik wil je alles geven wat je daarvoor nodig heb.
Maak je niet druk om dingen die niet goed zijn, Ik heb een geweldig middel om alles ‘mee schoon te maken wat nog vuil is’ in je leven, zodat jij prachtig schoon en gelukkig zal zijn. Ik vermenigvuldig vrede en genade aan jou, die ik aan je geef, want ik wil dat je daar vol van bent. Ondergetekende, je hemelse Vader”.
Geen van de schrijvers van het N.T durfde te pretenderen dat ze Gods mond waren, maar God heeft hun doorgeef-briefjes bewaard om ze aan jou te geven.
De woorden van die briefjes waren een stuk korter en formeler, want papier en inkt was niet zo goedkoop als nu.
Maar als je het nu eens niet leest als serieuze taal, maar als de woorden van een geliefde die jou gezicht tussen zijn handen neemt, in je ogen kijkt en zijn hart met je deelt, wat zou er dan staan?
Bovenstaande is mijn hartsvertaling van 1 Petrus 1:2. Misschien heb jij een betere, maar lees met je hart, door de bril van de Heilige Geest. Geef klank en kleur aan Gods woorden want ze zijn nooit als dode letters bedoelt geweest.
Ik wil je uitdagen om stukken van de Bijbel af en toe op die manier van het hart van de Vader naar jou hart te vertalen, want Hij is een liefdevolle Vader die liefdestaal tegen ons spreekt.

Stel je voor….

Stel je voor dat er een generatie opstaat, met generatie bedoel ik een volk van God die nu leeft in deze eindtijd, jong en oud.
Een generatie die het begrepen heeft, dat hele verhaal van Jezus en zijn genade. Een generatie die vergeving ontvangen heeft, uit genade leeft, genade geeft en zachtmoedig is. Een generatie die voortdurend vernieuwd wordt in zijn denken omdat ze zien wat God ziet, horen wat God hoort en spreken wat God zegt.
Mensen die werkelijk het zout der aarde zijn, die vrijmoedig spreken, geven en niet terughouden. Mensen die het niet uitmaakt of je ze graag mag of dat je een hekel aan ze hebt, maar die helpen ‘anyway’, die het beste voor de ander willen, die bidden voor de schurken van deze wereld en voor de weerlozen. Mensen die niet oordelen, die niet kijken wat of wie je bent of wat je hebt gedaan; blind voor ras, sekse, leeftijd of status, maar in die ander goud zien; een prachtig persoon, gewenst en geliefd door God.
Zonen en dochters Gods die geen tijd meer hebben om naar binnen gericht te leven, maar Gods prioriteit op de 1ste plaats zetten en hun troost, genezing, vergeving en wijsheid van God verwachten. Kinderen Gods die Zijn agenda  uitleven in de wetenschap dat we niets te kort zullen komen, omdat wij bij Hem op de 1ste plaats staan. Mensen die Zijn overvloed in hun geest en ziel ontvangen  en ruimte in hun binnenste hebben voor Gods zaken.
Een generatie die schatten verzamelt in de hemel en zich geen zorgen maakt over wat hij wel of niet bezit in deze wereld. Ze hoeven de mode niet te volgen, van elk nieuws op de hoogte te zijn en de nieuwste gadget te bezitten, maar mogen in vrijheid genieten van alles wat het leven biedt, zonder er aan vast te zitten.
Een generatie die wordt voortbewogen door de heilige Geest, wonderbaarlijk handelt en Gods Koninkrijk doet zijn, overal waar ze zijn.
Een generatie…….en stel je voor dat jij dat bent……..

 

Het Koninkrijk van God is nu.

Bij het Koninkrijk van God stel ik me een volmaakte hemelse situatie voor. Zijn Koninkrijk is de plek waar God regeert, Hij is daar de baas, Zijn regels, Zijn volmaaktheid. Daar is geen ziekte, geen leugens, geen angst, geen onrecht, geen…….vul maar in!
Dat is het Koninkrijk wat wij op aarde mogen brengen. God wil het doen door jou en mij heen.
Dat is geen toekomstmuziek. Jezus spreekt in de Bergrede over het Koninkrijk Gods (Matt.4:22) en over ons functioneren hier en nu.
In de zaligsprekingen heeft Hij het over zaken die wij nu hier op aarde ervaren, verdriet, onrecht, vervolging, en voor ieder die dit ervaart is het Koninkrijk Gods. Niet in de toekomst maar als een huidige dimensie om uit te leven. Om niet te zien wat voor ogen is, maar om te zoeken wat bij God is.
Het gebed wat Jezus ons leerde “Onze Vader die in de hemelen is- Uw Koninkrijk kome- gelijk in de hemel alzo op de aarde”, is niet voor de toekomst. “Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal open gedaan worden”, Matt.7:7. Hoe kunnen we het “onze Vader” bidden en vervolgens niets verwachten?
Veel dingen die Jezus in de Bergrede zegt, zien we als basis leidraad om vanuit te leven: Je bent het zout der aarde, het licht der wereld, wees vriendelijk, heb je vijanden lief en bidt voor wie jou vervolgen, wees niet bezorgd, oordeelt niet, enz, enz.  Al deze zaken zijn de normen en waarden van het Koninkrijk Gods, wanneer je zo leeft breng je het Koninkrijk Gods op aarde.
Niet omdat wij zo goed zijn, maar omdat God goed is. Jezus kon als mens niets uit zichzelf, maar Hij was vol van de heilige Geest, die werkte door Hem heen. Als mens was Hij aan ons gelijk, toch deed Hij wonderen, genas zieken, gaf volmaakt onderwijs, omdat God het door Hem heen deed middels de heilige Geest. Hij is ons voorbeeld en Hij bracht het Koninkrijk van God in deze wereld.
Waar wij naar uit zien is een wereldwijde omvang van dat Koninkrijk, maar dat maakt de oplichtende sterren van deze tijd nog niet van lagere orde. Een klompje goud is niet van mindere waarde, kwaliteit, zuiverheid en wenselijkheid, als de gouden straatten van de nieuwe aarde en de nieuwe hemel.
Door het Koninkrijk der hemelen hier en nu te verwachten, echt te verwachten, wordt een heel nieuw potentieel geopend. Koninkrijks mogelijkheden voor hier en nu. Hij is in staat om veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.

Persoonlijke vrijmoedigheid.

Ik reed naar de samenkomst en gewoontegetrouw vroeg ik God naar de dienst die ging komen, thema’s voor de voorbede of andere dingen die Hij mij vooraf wil laten weten. Ik stel die vragen voordat ik naar mijn werk ga, als ik naar een verjaardag ga en nog veel meer wanneer ik een onbekende situatie in stap. Dan voel ik die onzekerheid op borrelen, ik stel mijn vragen wel in de positieve zin, “Heer gebruik mij, wilt U…., wilt U,….”, maar…… Het klinkt heel goed, maar de laatste tijd blijft het steeds vaker stil wanneer ik mijn vooraf-vragen stel.
Daar zit ik dan met mijn onzekerheden en dat legt ook meteen mijn probleem bloot. De Heilige Geest fluistert “Ik zal het je te binnen brengen op het moment dat je het nodig hebt. Je hoeft niet alles van te voren te weten, Ik zal het je geven op de juiste tijd, op dat moment”.
Daar mag ik op vertrouwen: Hij zal het doen. Maar ik vind bijna elke komende situatie onzeker en ga erin met mijn hakken in het zand. Ik zet me schrap om te kunnen opvangen wat er misschien gaat komen. Eigenlijk stel ik mijn vragen aan God om Hem de kans te geven mij te waarschuwen voor de verborgen valkuilen, monsters en berenklemmen. Niet dat Hij dat doet, maar ik kan het toch proberen?!
En Hij gaat dat ook niet doen!
In Hem beweeg ik mij; Hij is rondom mij; Hij is mijn voorhoede en mijn achterhoede; Hij geeft mij Zijn wapenuitrusting; Hij vult mij met Zijn Geest; geeft mij gaven en talenten die ik mag inzetten…….Ik ben beschermt, voorbereid en bekwaam voor elke situatie die Hij op mijn pad plaatst, en als ik dan nog iets nodig heb dan geeft Hij mij dat. Het is onlogisch om te verwachten dat Hij vanuit mijn angstcultuur gaat roepen “pas op, daar is een rood stoplicht”, (wat ik al zie aankomen), terwijl Hij mij ogen heeft gegeven om dat stoplicht te zien en mij heeft geleerd op een goede manier op een rood stoplicht te reageren!
Hij is geen over bezorgde mamma die ons steeds bij het handje houdt en roept “pas op, kijk uit”, Hij is een Vader die vol vertrouwen zegt “Ga ervoor, je kan het en Ik ben erbij”.
Vrijmoedigheid is een keuze, stelde ik in mijn vorige blog en die keuze geld ook voor ons persoonlijke functioneren. Als ik God ga geloven, kan ik met volle vrijmoedigheid, mijn hakken uit het zand trekken en met 2 voeten tegelijk midden in de plas springen, om maar eens in de voorgaande beeldspraak te blijven. Maar de keus is aan mij.

Vrijmoedigheid is een keuze.

Gelukkig de vervolgden omwille van de gerechtigheid, want hun is het Koninkrijk der hemelen. Gelukkig ben je, wanneer mensen smadelijk over je spreken, je vervolgen, leugens en kwaad van je spreken om dat jij er vooruit komt dat je bij Jezus hoort. Verblijd je en verheug je, want je loon is groot in de hemel; want zo hebben ze ook de profeten voor jou vervolgd. Matt.5:10-12

In Nederland worden wij gelukkig nauwelijks vervolgd. In tegenstelling tot christenen die wonen in landen waar je vanuit de overheid gevangen kan worden gezet of ter dood gebracht kan worden om je geloof, kunnen wij zeggen ‘gelukkig wonen wij in een vrij land’. De Bijbel noemt vervolging een gelukkige situatie vanuit het licht van het koninkrijk Gods, maar ik denk dat we ons ook gelukkig mogen prijzen dat we vrij zijn. De vraag is echter wat wij met die vrijheid doen?
Moedigt het ons aan om in volle vrijheid anderen ons geloof te laten zien, zo nodig erover te spreken en in de volle vrijheid van de Heilige Geest te leven?
Wanneer je voor je geloof uit komt zullen er ook mensen zijn die er spottend over spreken. Of wanneer ze jou niet mogen zullen ze wijzen naar je gedrag en roepen: “is dat nou een christen?” Want zodra je ergens voor bent, hebben anderen ook de vrijheid om er tegen te zijn en dat kenbaar te maken. Toch wandelen veel christenen niet in die vrijheid om helemaal voor Christus te gaan.
Onze vervolging vindt veel meer plaats in geestelijke strijd in de vorm van angst voor afwijzing, angst om te falen, angst voor veroordeling, buiten gesloten worden of belachelijk gemaakt te worden. Het leidt tot krachteloze kinderen Gods die beperkt leven vanuit hun identiteit.
Vrijheid leidt niet noodzakelijkerwijs tot vrijmoedigheid.
Vrijmoedigheid is een keuze. Zoals christenen in de vervolgde landen voor de keuze staan om vrijmoedig voor Gods troon te komen en zich niet te laten intimideren door externe omstandigheden, zo hebben wij de keuze om vrijmoedig in ons geloof te wandelen en ons niet intern te laten intimideren door de stem van de boze.
De beste manier om al die angsten te overwinnen is door juist een tegenovergestelde beweging te maken .”boze elke keer als jij mij verteld dat het een slecht idee is om mijn geloof te laten zien, zal ik het juist des te meer laten zien, want als jij tegen bent is God voor mij”.
En als je bidt om jou strijd met je angsten aan te gaan, bidt dan ook eens voor de mensen die wonen in die landen waar hun leven in gevaar is om hun geloof. Neem eens een kijkje op de site van Open Doors. De ranglijst met 50 landen waar christenen worden vervolgt liegt er niet om en op hun site geven ze duidelijk aan hoe wij voor onze broes en zusters kunnen bidden.
https://www.opendoors.nl/bid/wekelijks-gebedsnieuws/gebedsnieuws/

De vredestichters

Gelukkig zijn de vredestichters, zij zullen kinderen Gods genoemd worden, Matt.5:9

In de aankondiging van de komende Messias in Jes.9 staat: een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt Hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Jezus zelf is de grote Vredevorst, in Hem vinden wij vrede en door Hem kunnen wij vredestichters zijn.
Maar wanneer wij op Jezus willen lijken hebben we met deze tekst iets uit te puzzelen, want zelf zei Jezus: Meent niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard. Want ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijand zijn.
De vraag is dus, waar is de vrede van de Vredevorst en waar kan die door zijn kinderen worden gesticht?
Nog te vaak jagen we vrede na in onze directe relaties, met de mensen om ons heen. Ruzie en onenigheid vreet aan ons. Als iemand tegen ons zegt “ik kan niet goed tegen ruzie, die sfeer wanneer mensen iets tegen elkaar hebben, daar ben ik gevoelig voor”. En terecht dat we daar gevoelig voor zijn, want Vredestichters zijn is onze identiteit. Maar dat onderdeel van onze identiteit mogen we op een juiste manier leren hanteren en ons niet in de war laten brengen door hetgeen voor ogen is.
Jezus heeft het Koninkrijk van God voor ogen, met Zijn zaligsprekingen. Zijn vrede is verankert in het Koninkrijk der hemelen. Zijn vrede woont in de harten van mensen in wiens hart Jezus mag wonen. Een vredestichter brengt andere mensen in contact met de Vredevorst en sticht een nieuw Koninkrijk van vrede in een ander. Maar voor ieder die Jezus niet aanneemt zal Hij de steen des aanstoots zijn.
Die steen des aanstoots in jou zal, direct of indirect, altijd frictie geven met hen die leven uit het koninkrijk van deze wereld. Het is niet onbegrijpelijk dat dit zichtbaar wordt in onze familierelaties. Daar moeten we ons niet door van de wijs laten brengen. Er is een vorm van ‘onvrede’ die we zullen moeten doorstaan, namelijk dat we op voet van oorlog leven met het rijk der duisternis. En zoals het Koninkrijk Gods openbaar wordt door jou heen, zo wordt ook het rijk der duisternis openbaar door mensen heen.
Als we die mensen mij God mogen brengen, Gods Koninkrijk aan hen mogen laten zien, Zijn licht laten schijnen en Zijn zoutende zout zijn, dan mogen we ons gelukkig noemen. Als we niet een aardse vrede als 1ste doel voor ogen stellen, maar een hemelse vrede daarbovenuit najagen, dan zijn we kinderen Gods.