Een schat in de hemel.

Matt.6: 19-24 Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; 21 Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

4a5a6a3c01d2127b5223d73d1d5552ff
bron: scoop.it

Meestal denken we aan concrete bezittingen, omdat er wordt gesproken over “mot, roest, dieven en inbrekers”.  Ongetwijfeld kan de jacht naar bezittingen een valkuil zijn. Goederen kunnen ons eindeloos bezig houden en ze gedragen zich als “rupsje nooit genoeg”.  Het kan altijd meer, mooier, groter en beter, maar die jacht laat ons in de kern leeg achter. Het geluk ervan is doorgaans tijdelijk en aan bederf onderhevig. Het is een strijd die niet te winnen is, want er is altijd iemand anders die het nog beter voor elkaar heeft, maar wordt je er ook gelukkig van?
Het is goed om regelmatig weer even stil te staan bij de dingen waar we mee bezig zijn om te bepalen hoe belangrijk ze werkelijk zijn. Er is niets mis mee om van aardse goederen te genieten, maar je hart mag er niet aan vast kleven.
De tweede helft van de zin gaat over ons hart, dat is de plek waar het geluk woning maakt. Maar ook het hart kent zijn eigen schatten en dat hoeven nog steeds geen schatten in de hemel te zijn.
Het is niet heel moeilijk om te ontdekken waar ons hart naar uit gaat.  Laat me een paar simpele vragen stellen:
*Waar denk je over na, wat houdt je bezig van binnen?
*En op welke wijze denk je er over na: om God erin te betrekken, Hem de dank en eer ervoor te geven? Om je zorgen bij God achter te laten en van Hem oplossingen te verwachten? Of zoek je je eigen rationele oplossingen, verbeterplannen, boodschappenlijstjes of meetlat?
Maak deze geestelijke scan niet naar je wens zoals je het wil hebben, maar naar hoe het in realiteit in jou functioneert. Wat is er echt?
Het feit is dat het leven veel op ons bord legt; werk, gezin, familie, vrienden, collega’s, een gemeente, relaties, financiën…..Het is niet vreemd dat deze dingen ons dagelijks bezig houden, maar voeren deze zaken de hoofdtoon of regeert God over deze zaken in ons leven? Misschien is dit een lastigere opgaven, maar feitelijk geldt ook voor deze zaken hetzelfde als dat van aardse bezittingen. Het hoort bij het leven maar ook gedachten en emoties horen niet de regie te voeren en ons te binden aan de zichtbare realiteit. In het zichtbare huidige bestaan zijn emoties en gedachten wankelbaar, kwetsbaar, en aan verandering onderhevig.
Als we ons hart richten op een hoger onwankelbaar doel, is ons geluk stabiel.
God wil ons hart en dat is niet omdat Hij leidt aan bezittersdrang.
Hij vraagt ons schatten in de hemel te verzamelen. Dat is een taak voor Hemelburgers, die gericht zijn op hun hemelse Vader en wonen in een hemels koninkrijk.
Die opdracht overstijgt in één klap zowel het materiële, als de zaken die ons denken en onze emoties vervullen.
Het borgt ons hart in onwankelbare, onvergankelijke, onverwoestbare goederen van God, die niet aan bederf onderhevig zijn.
God vraagt om ons hart, omdat Hij weet waar we het ’t allerbeste hebben en het meest gelukkig van worden.
In Zijn onwankelbare, onverwoestbare liefde en shalom.

God die in het verborgene ziet

Matt.6:4  uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.

Herhalingen in een tekstgedeelte zijn als een uitroepteken achter een zin. Ze zeggen “let hierop, dit is belangrijk, dit is een waar woord”. Een voorbeeld van een directe herhaling zijn verzen waarbij de woorden “voorwaar, voorwaar”, voorafgaan. Wat zoiets wil zeggen als: “wees hier zeker van”.
Matt. 6:1-18 gaat over onze handel en wandel en tot drie keer toe staat er die zin: “uw Vader, die in het verborgene is;  uw Vader, die in het verborgene ziet zal u vergelden”, v4b, 6, 18.
Voor sommige mensen voelt het misschien bedreigend dat God alles ziet, maar deze herhalingen staan in relatie tot de drie onderwerpen die deze tekstgedeelten behandelen. Het gaat over aalmoezen geven, bidden en vasten. Met betrekking tot andere onderwerpen zoals de wet, wordt niet benadrukt dat God de verborgen dingen ziet. De herhaling is dus niet bedoelt om ons een schuldgevoel te geven.
Aalmoezen, vasten en gebeden zijn specifiek handelingen die uiting geven aan onze relatie met onze hemelse Vader. Die uitingen horen in die relatie met onze hemelse Vader thuis, zoals een liefdesverklaring aan onze partner thuis hoort binnen die relatie en niet gehoord hoeft te worden door de rest van de wereld. Anderen mogen het horen, maar het is niet bedoelt als een uithangbord voor de rest van de wereld in de zin van: “Kijk eens hoeveel wij van elkaar houden”.
Met deze herhaling verzekert God ons dat Hij onze liefdesuitingen naar Hem, ziet en hoort. Wees er zeker van dat het niet onopgemerkt aan Hem voorbij gaat.

Magical bird takes flight.
bron: Playbuzz

V6:1 “Ziet toe dat je je gerechtigheid niet doet voor mensen om door hen opgemerkt te worden”, krijgt in deze context een andere betekenis dan in het voorgaande blogstuk, waar het ging over de relatie tussen mensen onderling. In relatie tot God is het bijna ongepast om onze liefdesuitingen als visite kaartje naar de rest van de wereld te gebruiken. Alsof die relatie niet reëel genoeg is en bevestiging van mensen nodig heeft. Of erger nog, dat we op één of andere manier van groter hemels gewicht zouden zijn als we deze dingen doen.
Hetgeen binnen die relatie met onze hemelse Vader gebeurd, zal door onze hemelse Vader worden beantwoord. Of dit nu bestaat uit het vrijzetten van direct gerelateerde zegeningen of juist een groei en verdieping in onze relatie met God, of dat het wordt opgespaard als een schat in de hemel, alles is mogelijk.
Net als in een huwelijksrelatie kan een liefdevolle handeling verschillend worden beantwoord. Er is geen standaard programmering in de zin van, als ik die knop indruk komt er dit resultaat uit. Het is logisch dat een bepaalde handeling een bepaald resultaat vrij zet, in die zin is er heus wel een lijn te ontdekken, maar we mogen niet op die manier een soort calculatie maken. Als we op die manier berekenend handelen met een gewenst resultaat voor ogen, is het bijna alsof we God proberen te manipuleren en dat zal zeker niet slagen. We hebben een groot God, alles is aan Hem onderworpen en Hij kan alles gebruiken om ons te antwoorden. Maar wat Hij ons wil verzekeren is dat Hij het hoort en ziet, en ons zal antwoorden. Hij weet wat we nodig hebben en zal ons voorzien op Zijn manier en op Zijn tijd.
Matt.7:7 Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal worden opengedaan.

Overwinning op falen en afwijzing

Matt.6:1  Ziet toe, dat gij uw gerechtigheid niet doet voor de mensen,

2b1aa7bf552b2a2a480a2aed24245893
bron: turpingallery.myshopify.com

Het zit bij de meeste Nederlanders niet zo in onze cultuur om onszelf op de borst te slaan in de trant van “kijk eens hoe goed ik dat gedaan heb”. Natuurlijk komen we allemaal wel eens iemand tegen die dit wel doet, maar over het algemeen wordt dit niet zo gewaardeerd. Toch lijden veel mensen op een subtielere manier onder hetgeen wat Jezus hier aanroert.
Ook ik worstel hier nog steeds regelmatig mee en herken het ook bij anderen. Het is niet zo zeer dat ik mezelf op de borst sla om wat ik goed doe, maar dat ik niet wil falen en niet afgewezen wil worden. Daarom doe ik soms mijn stinkende best….voor andere mensen , om aan een denkbeeldige norm te voldoen. In de eerste instantie denk je aan mensen die op een extraverte manier  struikelen zoals in v6:1 wordt beschreven en niet direct aan mensen die op introverte wijze hiermee de mist in gaan.
Introverte mensen die zich in stilte inspannen om goed te worden bevonden in de ogen van anderen, met “geaccepteerd worden” als loon. “Erbij horen”, geen buitenbeentje willen zijn, waarbij angst de motor is achter dit gedrag. Ook dat is “gerechtigheid doen voor mensen”.
God heeft ons immers aangenomen, geadopteerd als Zijn eigen kind, we horen er al bij, bij zijn wereldwijde huisgezin. En al het andere, mensen die niet uit God zijn, mag je jezelf afvragen of je daar eigenlijk wel bij wil horen.
Jezus bekleed ons met genade, Hij heeft de prijs betaald voor elke reële fout, we zijn al goed genoeg. Als we in Gods ogen goed genoeg zijn, waarom zouden we dan de mening van een ander mens daar boven stellen?
Voor God hoeven dus niet onze stinkende best te doen, om niet afgewezen te worden of niet afgerekend te worden op onze fouten. Taal technisch is dat een rare zin met drie keer het woordje “niet” erin, maar het weerspiegeld het emotionele proces onder onze angst.  Uit ervaring kennen we de pijn van afwijzing en willen dat “niet, niet, niet” meer meemaken. De pijn probeert ons wijs te maken dat we dit niet aankunnen, dat het te groot en te erg is om het hoofd te bieden. Daar zit misschien wel de kern van deze leugen, de angel die ons klein maakt waardoor we buigen voor mensen,  in plaats onszelf Gods waarheid voor ogen te stellen.
God heeft ons antwoorden gegeven in Zijn woord die we kunnen inzetten om de angst en de pijn waarop deze leugen troont, af te breken.  “Alles (en allen) die uit God geboren zijn overwinnen de wereld (1 joh.5:4)”. Wij zijn niet te zwak, wij zijn meer dan overwinnaars (Rom.8:36). Wat er ook op ons af komt, veroordeling, afwijzing, verdrukking, benauwdheid of vervolging, in geen van deze situaties zal God ons verlaten of begeven (Hebr.13:5). Hij zal voorzien in onze noden(Matt.6:8), ons ondersteunen met Zijn krachtige rechterhand (PS.121:5)en Hij zal onze naam recht doen (Ps.3:4)……en daar heeft Hij onze inspanningen niet bij nodig!!
Het wordt tijd dat we onze angst geen overwinnen, om hem in de ogen te kijken en hem te vertellen dat hij een leugenaar is en dat hij ongelijk heeft. Het is tijd om de ervaringen die ons in het verleden tot verliezers hebben gemaakt tot verleden tijd te verklaren, het is over en voorbij.
Heer genees mij van mijn  verleden. Vergeef me dat ik de leugens hebben gelooft die tegen mij werden ingebracht. Omgord mij nu met Uw waarheid. Help me om mijn oude gedragspatronen te doorbreken, te leven voor U en niet langer gerechtigheid voor mensen te volbrengen, in Jezus naam.

Volmaakt zijn.

7562e6ba7c36c256a2aca28dedd94ef4
bron: Gallery4Collectors

5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden.

Door de eeuwen heen zijn er “goede mensen “geweest , die vanuit het hart en soms fanatiek, hebben getracht een zondeloos, heilig te leven te leiden en allen hebben gefaald. Van Abraham, Jozua, Samuel, Elia, David tot aan Maleachi, waren ze door God geliefd, maar niet zondeloos.  Perfectie is een onhaalbare goal. Dat maakt perfectie tot een wrede tuchtmeester.
Jezus heeft het in Matt.5:17-48 erover hoe strikt die wet nu eigenlijk is. In plaats dat Hij ons geweten sust, dat het allemaal niet zo ernstig is, doet Hij er nog een schepje bovenop. Iemand uitschelden wordt in dezelfde lijn geplaatst als moord. Een vrouw met begeerte bekijken staat gelijk aan echtbreuk. Je zal je vijanden lief hebben en voor ze bidden.
Allen die Zijn woorden horen of lezen weten dat ze schuldig zijn en dat het onmogelijk is om hieraan te voldoen. Het kan niet, niemand zal foutloos genoeg kunnen zijn om “Goed” te zijn, in het licht van de wet.
En het is maar goed dat Jezus dit zo scherp stelt, want hoe snel zijn we niet geneigd om ons handelen te vergoelijken :”Zo erg is het toch niet, ik doe er toch niemand kwaad mee, iedereen doet dit dus ik ben niet minder slecht als een ander”. Maar je kan het aardse niet met het hemelse vergelijken.
Jezus weet dat we in onze blindheid onszelf een aards referentiekader voor ogen zullen schetsen, maar Hij schetst ons een hemels beeld voor ogen, zodat we weten dat we weten dat wij het niet kunnen.
We hebben Hem nodig. We hebben de genade die Zijn volbrachte offer heeft bewerkstelligd nodig.
We hebben Zijn genade elke minuut van de dag nodig.
Hij is gekomen, niet om ook maar iets af te doen aan de wet, maar om hem te vervullen.
Geen woord, geen letter en geen enkel punt of streep van de wet wordt ongeldig, maar voor elke overtreding is betaald.
Die genade maakt dat dit Bijbelgedeelte kan eindigen met de zin v48 Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.
Het Griekse woord wat hier wordt gebruikt voor `volmaakt` is  teleios, wat betekend: compleet zijn in al zijn delen, volgroeit en compleet in Jezus Christus. Deze volmaaktheid kan wel gebiedende wijs in de zin worden gebruikt, omdat het niet afhankelijk is van onze eigen inzet.
Het is al volmaakt volbracht, daarom zullen wij volmaakt zijn.

Het is wie je bent.

5:13-16 Gij zijt het zout, Gij zijt het licht

Het Griekse werkwoord wat hier wordt gebruikt is “zijn”.
Dat is iets waar je niet voor kan werken, je bent het.
Het is onze identiteit als kind van God.
Alles wat er voor nodig is, is simpelweg een kind van God zijn en je zal een zoutend zout zijn, door Zijn inwoning in jou.
De “Ik ben wie Ik ben” maakt ons “wie we zijn”.
Je kan er voor kiezen om even geen kind van God te zijn, maar zodra je besluit Zijn kind te zijn, ben je zoutend zout en lichtend licht, omdat dit de eigenschappen zijn van een kind van God. Besluiten we echter ons even niet als Gods kind te gedragen, dan worden we kleurloos, zoutloos.
Feitelijk verliezen we dan onze identiteit.
Ik ben van mening dat het verlies van identiteit ons aanzet tot werken, om uit eigen kracht iemand te zijn. Als je niet veel identiteit hebt, zal je je waarde proberen te ontlenen aan wat je doet, aan prestaties.
Prestaties of werken, zijn gevoelig voor imperfectie, kritiek en afwijzing. Het gevolg is gekwetstheid en de pijn die hieruit voortvloeit leidt tot gedrag. Gedragingen die hier vaak uit voortkomen zijn, vallen in een vicieuze cirkel van nog harder werken en nog perfecter proberen te doen. Of juist het tegenovergestelde, zo min mogelijk doen en zo onzichtbaar mogelijk zijn, want dan is er niets om op afgekeurd te worden. Maar ook verbale agressie van constant jezelf verdedigen of steeds de ander voor houden hoe goed je dat hebt gedaan, komen voort uit een identiteit gebaseerd op “doen” in  plaats van “zijn”.

Ten gevolge van de zondeval zijn we allemaal in onze identiteit aangetast. Dus wanneer je jezelf herkent in de bovenstaande analyse, welkom bij de club. Je bent niet alleen en mocht je menen die ene bijzonder uitzondering zijn die foutloos weet wat het is om een kind van God te zijn, denk dan nog maar een keer na 🙂 .
Maar we kunnen wel  groeien in onze identiteit. Hoe doe je dat?
2 Petr.1:10 geeft ons daar een sleutel voor :”Beijvert u des te meer om uw roeping en verkiezing te bevestigen…”. ( Met betrekking tot onze identiteit is de context van deze zin zekerwinegrowing-972891_640 de moeite waard om te lezen en over na te denken, dus lees ook v3-11).
Petrus zegt dat je er een doel van mag maken om te bevestigen wie je bent en waar je voor gemaakt bent. Er zijn talloze manieren waarmee we onze identiteit kunnen bevestigen.
We kunnen groeien in kennis over onze identiteit en dit hardop uitspreken. “Ja, ik ben zout en ik ben licht, want U heeft mij zo gemaakt”. Dan bevestigen we dat God gelijk heeft en dat dit de waarheid is.
Er naar handelen bouwt nog sterker op. Door te ervaren dat iets werkelijk zo is, zal je steeds vaker en sterker zo durven te zijn, doordat de praktijk Gods waarheid bevestigt.
Maar maak er een goal van om te “zijn” in plaats van te doen.
Je hebt namelijk niets te verliezen, je bent al waardevol.

Gelukkig en gezegend

Matt.5:3-11 Zalig zijt gij

cd8a26b126fdefb4b0c2543ac1a1a87a
bron: esbocosermao.com

“Zalig” is een vertaling waarvan ik toch even moest opzoeken wat daar nu precies mee bedoeld wordt. Het betekend “gelukkig, gezegend”.
Je bent gelukkig, gezegend, als je niet vol bent van jezelf. Het vervolg van de zin impliceert namelijk een volheid van God: “want hunner is het koninkrijk der hemelen”. Dat lukt niet als je vol bent van jezelf, zorgen of wereldse activiteiten. Je kan slechts in het koninkrijk van Gods zijn als je dicht bij Hem blijft.
Gelukkig en gezegend zijn de zachtmoedigen, ja dat snappen we; gelukkig en gezegend de barmhartigen; gelukkig en gezegend de reinen van hart; gelukkig en gezegend de vrede stichters, amen. Maar de andere zaken die in die tekstgedeelte worden beschreven zijn lastiger te herkennen als “gezegend”.
Gelukkig en gezegend als je verdriet hebt? Gelukkig en gezegend als je hunkert naar gerechtigheid, dat betekend dat je onrecht hebt meegemaakt. Gelukkig en gezegend als je wordt vervolgt? Als je naam door het slijk wordt gehaald, mensen leugens over je spreken en jou goedheid verdraaien tot iets lelijks?
Het is geen gevoel van geluk en gezegend zijn.
Het is een situatie die Jezus beschrijft.
In deze situaties zijn we niet alleen. In dit soort situaties is God heel dicht bij om onze pijn en verdriet in Zijn handen te nemen en antwoord te geven op onze nood.
In al die andere situaties kunnen we het ook niet uit eigen kracht, maar in tijden van verdriet, onrecht en vervolging voelen we dat we het niet alleen kunnen.
In tijden van verdriet neemt ons gevoel de overhand, waardoor het moeilijker te onderscheiden is waar God op die momenten is en wat Hij voor ons doet. Het is een leerproces om je niet in die emoties te laten vangen en vast te houden aan wat God zegt. Haal de teksten, beelden en dromen die Hij heeft gegeven, naar voren, vergroot hetgeen je gekregen hebt. Ook al lijken de uiterlijke omstandigheden daarmee niet in overeenstemming, toch is God nog steeds liefdevol, barmhartig en trouw.
Niets wat Hij heeft gezegd of heeft gegeven is weg, ondanks hetgeen er gebeurt.
Dit zijn de momenten om juist dichter bij Hem te komen, Hem groter te maken en meer plaats te geven als de omstandigheden en dan zal je zien hoe gezegend je bent. Waar anderen in de wereld zonder hoop en zonder God staan, zich proberen te verdedigen uit eigen kracht, hebben wij een echte Hulp. Alles kan veranderen maar Zijn woord verandert niet. Hij neemt niets terug van het goede wat Hij voor jou heeft opgestapeld. Hij trekt het plan wat Hij voor jou leven heeft gemaakt niet terug als er menselijkerwijs naar onze zienswijze, iets mis gaat.
Hij heeft ons lief met een volmaakte liefde en Hij is niet van plan daarmee te stoppen als het niet zo loopt zoals wij denken dat het zou moeten lopen.
In die vastheid die “Ja en amen”, trekt Hij ons boven onze emoties uit.
We zijn gelukkig en gezegend!

Genezingen

Matt.4: 24 En het gerucht van Hem drong door tot in geheel Syrië; en men bracht tot Hem allen, die ernstig ongesteld waren, gekweld door allerlei ziekten en pijnen, bezetenen en maanzieken en verlamden, en Hij genas hen. En Hem volgden vele scharen uit Galilea en Dekapolis en Jeruzalem en Judea en het Over Jordaanse.

Dekapolis is de Griekse naam voor “10 steden”. De steden die daartoe werden gerekend liggen in onze tegenwoordige tijd in Syrië, Jordanië en enkele in het huidige Israël. Tot 1 eeuw voor Chr. Waren deze steden onder de heerschappij van Seleuciden, daarna werden ze verovert door Nabateeërs en de Hasmoneeën.
Het is dan ook niet waarschijnlijk dat al deze mensen die Jezus zochten, behoorden tot het volk van Israël.  Zo was de hoofdman te Kafarnaum die genezing voor zijn knecht vroeg was een Romein en van de vele anderen wordt de afkomst niet genoemd, omdat het niet ter zake doende is.
Toch lezen we in Matt.15:21-28 over een Kananese vrouw die genezing zoekt voor haar zoon. Tegen haar zegt Jezus gezonden te zijn tot de verloren schapen van het huis Israël. Maar uit de bovenstaande tekst zien we ook, dat die uitspraak niet algemeen geldend was. Hij sprak dit specifiek tegen deze ene vrouw, in haar situatie.
Niet allen die bij Jezus kwamen werden eerst op hun geloof getest voordat de genezing kon komen, maar hen die werden getest gaven getuigenis van groot geloof. Mogelijk dat ze daarom specifiek werden getest en aangehaald , omdat ze een getuigenis hadden die gehoord mocht worden en een houding hadden die hun hemelse Vader eer aandeed.
Vele anderen ontvingen hun genezing simpelweg uit genade, omdat Hij een liefdevolle God is.

Wij mensen willen graag ontrafelen waar we aan moeten voldoen om genezing te ontvangen. Op die manier denken we controle te kunnen uitoefenen, door aan de voorwaarden te voldoen.
Zo is lange tijd gepredikt, op basis van de aangehaalde genezingen, dat “geloof” een absolute voorwaarde zou zijn voor genezing. Geen genezing zonder geloof, was het gedachtengoed hierachter. Ondertussen heeft de praktijk anders bewezen, lees maar eens een boek van hedendaagse opwekking, dan zal je zien dat er , net als in Jezus tijd, zelfs mensen genezen die Jezus niet eens kennen. Zijn leren Hem juist kennen door hetgeen Hij voor hen doet.
In andere kringen wordt waarde gehecht aan de juiste bewoordingen en het bestraffen van de juiste demonen, want anders kan de ziekte blijven zitten waar die zit, doordat de juiste demon nog niet eruit gegooid is. Dit is meer gericht op het vernietigende werk van de tegenstander, als op de God van genezing.DSC_5033
Ik ben van mening dat dit “in voorwaarden denken” eenvoudigweg een te beperkte visie op een goede God is. Eerlijker is het om te zeggen :”We weten het niet, maar we hebben een grote wonderbare God”.
We weten niet waarom de één geneest, de ander zijn leven lang lijdt en aan zijn ziekte overlijd.
Wat we wel zien is dat God ons een boek vol instructies heeft nagelaten, ten aanzien van vele zaken. Als we de voorwaarden hadden moeten weten, had Hij het ons gezegd.
Vanuit ons beperkte zicht, zullen we moeten respecteren dat Hij god is, die het grote plaatje vanuit Zijn hemelse perspectief overziet. En dat de praktijk die we kunnen waarnemen overeen komt met de opdracht uit Matt.6:33 zoekt eerst Zijn koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden”.
Het gaat om de Gever en niet om de gift.

Het net van de visser.

Matt.4:21 ze waren bezig hun netten in orde te brengen.

De bovenstaande opmerking staat direct na de opmerking “Ik zal u vissers van mensen maken”, bij de roeping van Simon, Andreas en de zonen van Zebedeus. Meestal gaat de aandacht uit naar het feit dat deze mannen hun bron van inkomsten achterlaten om Jezus te volgen, of dat Jezus ons vissers van mensen maakt.
Hoe er gevist wordt en wat er met de netten gedaan moet worden, had voor deze mannen geen enkele uitleg nodig. Maar wie niet bekend is met de visserij kan de indruk hebben dat we zelf zo min mogelijk moeten doen om Jezus niet voor zijn voeten te lopen om ons als vissers te kunnen gebruiken.
Een visser weet echter dat vissen vangen soms hard werken is, het gaat niet vanzelf.
Een zeekotter die uitvaart, moet de veiligheid van de haven verlaten.
Hij zet niet zomaar op een willekeurige plaats zijn netten uit, maar op visgronden. Gebieden waar de vis graag bijeen verzameld, omdat er voedsel is.DSC_5065
Daarnaast zijn er verschillende typen visnetten, met een verschillende fijnmazigheid. Het net moet passen bij het soort vis waarop gevist wordt.
Na elke visbeurt wordt het net nagekeken of er geen gaten in zitten en zo nodig gerepareerd. Daarna wordt het net zorgvuldig gevouwen, zodat het niet in de knoop raakt maar zich in één worp ontvouwt als het wordt uitgeworpen.
Ik denk dat de evangelisten onder ons ondertussen deze vergelijking al prima verstaan. Evangeliseren doe je niet in de kerk, maar buiten de veilige haven op een plek waar mensen gemakkelijk te bereiken zijn.  Als je onder een bepaalde doelgroep werkt, is het helpend om daar specifieke kennis van te hebben. Mocht je er achter komen dat er gaten in je net zitten en je op bepaalde vragen geen antwoord kunt geven, dan zal je op zoek gaan naar antwoorden. Daarnaast is het handig als je een goed lopend verhaal klaar hebt, zodat je de aandacht van degene die je wil bereiken kunt vasthouden.
Maar het God die de mensen brengt.
Dat zien we terug in Joh.21 waar de discipelen de hele nacht hadden gevist en niets hadden gevangen. Het hing niet af van hun vakkundigheid als visser, zelfs de beste visser haalt wel eens lege netten op. Maar dan zegt Jezus hun nog eens hun netten uit te zetten aan de andere kant van de boot.
Vakkundigheid en luisteren naar de Heer van de vissen, gaat hand in hand.
Ze kunnen immers enkel hun netten aan de andere zijde uitzetten, omdat ze hebben voldaan aan al die stappen die in de vergelijking zijn beschreven. Het is niet zo dat ze pas op het moment van de opdracht als een gek op zoek gaan naar een bootje, om dan pas te gaan leren hoe ze een net kunnen uitwerpen. Ze konden het al en die kundigheid wordt in Gods handen tot uitmuntendheid voor het koninkrijk Gods.

Geliefde Zoon

Matt.3:17 Deze is mijn geliefde Zoon.

In de bijbel spreekt een naam van iemands identiteit en de rollen en functies, die op deze persoon rusten.  De namen van Jezus en de geopenbaarde namen over Jezus, vertellen wie Hij is; hoe Hij voor jou zal zijn; hoe Hij zal handelen in jou leven. Hij kan niet anders, want dit is wie Hij is.
Veranderen kan Hij niet; zichzelf verloochenen kan Hij niet.

In die context wil ik je uitdagen de onderstaande namen te lezen: “Hij is mijn….”. en als je Jezus nog niet op die manier hebt ervaren, nodig Hem dan uit om op die manier zichzelf aan jou te laten zien.
Misschien zijn het veel te veel namen/functies in één keer, van wat hij voor jou is en wil zijn, dus pak er een aantal uit en neem morgen andere. Maar maak het persoonlijk, want het is persoonlijk.

In de bovenstaande zin, is het God de Vader persoonlijk die zich buigt over Zijn kind: “Mijn geliefde Zoon”. Je kan dit lezen enkel in de context van dat punt van de geschiedenis, gekoppeld aan Jezus, maar in Hem zijn wij geborgen. En als we lezen wat Hij voor ons is spreekt daar pure liefde uit van God, die Zijn Zoon als gift geeft aan ons. Daarmee buigt Hij zich over jou en zegt tegen jou :”Mijn geliefd kind”. “Ik geef jou…een advocaat; een betrouwbare getuige; een bron van eeuwige redding…”

Advocaat  – 1 Joh. 2:1; Alfa en Omega – Openb. 1:8; 22:13; Almachtige  – Openb. 1:8; Matt. 28:18; Amen  – Openb. 3:14; Apostel van ons geloof  – Hebr. 3:1; Beeld van God  – 2 Kor. 4:4; Begin en het Einde  – Openb. 22:13; Begin van Gods schepping – Openb. 3:14; Bemiddelaar tussen God en mensen – 1 Tim. 2:5; Bemiddelaar van een nieuw verbond –  Hebr. 9:15; Bereider van redding  – Hebr. 2:10; Betrouwbare Getuige – Openb. 1:5; Bron van eeuwige redding – Hebr. 5:9; Brood dat leven geeft  – Joh. 6:35; 6:48; Brood van God – Joh. 6:33; Christus – 1 Joh. 2:22; De HEER is onze gerechtigheid  – Jer. 23:6; De Opstanding en het Leven – Joh. 11:25; De rechtvaardige – Hand. 7:52; 1 Joh. 2:1; De steen die door de bouwlieden vol verachting is weggeworpen – Hand. 4:11; Deur – Joh. 10:9; Die leeft  – Openb. 1:18; Eerste en Laatste  – Openb. 1:17; 2:8; 22:13; Eerstgeborene uit de doden  – Openb. 1:5; Eeuwige Leven –  1 Joh. 1:2; 5:20; Eeuwige Vader  – Jes. 9:5; Enige Erfgenaam  – Hebr. 1:2; Enige Zoon – Joh. 1:18; Enige Zoon van God – 1 Joh. 4:9; God – Joh. 1:1; 20:28; Hebreeën 1:8; Rom. 9:5; 2 Petrus 1:1; 1 Joh. 5:20; Goddelijke held – Jes. 9:5; Gods kracht –  1 Kor. 1:24; Gods wijsheid – 1 Kor. 1:24; Goede Herder –  Joh. 10:11,14; Grondlegger en voltooier van ons geloof –Hebr. 12:2; Grote Herder – Hebr. 13:20; Grote Hogepriester  – Hebr. 4:14;DSC_4633 Heer – 2 Petr. 2:20; Heer die deelt in Gods luister -1 Kor. 2:8; Heer van alle mensen  – Hand. 10:36; HEER van de hemelse machten  – Jes. 9:5; Heerser over de vorsten van de aarde–  Openb. 1:5; Heilig en Betrouwbaar  – Openb. 3:7; Heilige  – Hand. 3:14; Hemels mens – 1 Kor. 15:48; Hoeksteen – Hand. 4:11; 1 Petr. 2:7; Hogepriester – Hebr. 2:17; Hoofd van de Kerk –  Ef. 1:22; 4:15; 5:23; Hoogste Heer en koning – 1 Tim. 6:15; Openb. 19:16; Hoogste herder –  1 Petr. 5:4; Hoop –  1 Tim. 1:1; Hoop op goddelijke luister – Kol. 1:27; Hoorn van Heil – Luk. 1:69; Ik Ben – Joh. 8:58; Koning der eeuwen  – 1 Tim. 1:17; Koning der koningen – 1 Tim. 6:15; Openb. 19:16; Koning van de Joden – Matt.27:11; Koning van Israël – Joh. 1:50; Kostbare hoeksteen -1 Petr. 2:7; Laatste Adam – 1 Kor. 15:45; Lam – Openb. 13:8; Lam van God  – Joh. 1:29; Lam zonder smet of gebrek – 1 Petr. 1:19; Leeuw uit de stam Juda  – Openb. 5:5; Leven  – Joh. 14:6; Kol. 3:4; Levende steen – 1 Petr. 2:4; Licht van de wereld  – Joh. 8:12; Mensenzoon  – Matt 8:20; Ons Pesachlam – 1 Kor. 5:7; Onze bescherming – 2 Tess. 3:3; Onze echtgenoot – 2 Kor. 11:2; Onze grote God en Heiland – Tit. 2:13; Onze heiligmaking – 1 Kor. 1:30; Onze rechtvaardigheid  – 1 Kor. 1:30; Onze verlossing – 1 Kor. 1:30; Onze wijsheid  – 1 Kor. 1:30; Profeet –  Hand. 3:22; Rechtmatige telg –  Jer. 23:5; Redder –  Ef. 5:23; Tit. 1:4; 3:6; 2 Petr. 2:20; Redder / Verlosser – Rom. 11:26; Rots – 1 Kor. 10:4; Schepper  – Joh. 1:3; Stralende morgenster – Openb. 22:16; Telg van David –  Openb.5:5; 22:16; Trouw en Betrouwbaar – Openb. 19:11; Trouwe en betrouwbare Getuige – Openb. 3:14; Uiterste Hoeksteen –  Ef. 2:20; Verheven en enige heerser – 1 Tim. 6:15; Verzoening voor onze zonden – 1 Joh. 2:2; Vorst van de volken – Openb. 15:3; Vorst van het leven – Hand. 3:15; Vredevorst – Jes. 9:5; Waarheid – Joh. 1:14; 14:6; Ware brood uit de hemel  – Joh. 6:32; Ware licht dat ieder mens verlicht – Joh. 1:9; Ware wijnstok –  Joh. 15:1; Weg – Joh. 14:6; Wijsheid van God – 1 Kor. 1:24; Wonderbare raadsman – Jes.9:5; Woord  – Joh. 1:1; Woord van God  – Openb. 19:13; Zoon van David  – Luk. 18:39; Zoon van de Allerhoogste – Luk. 1:32; Zoon van God – Joh. 1:49; Hebr. 4:14a

Jezus gedoopt

Matt.3:15 aldus betaamd het ons alle gerechtigheid te vervullen.

DSC_3077
N.M.Wagemans okt.2014

Ik heb me lange tijd afgevraagd welke gerechtigheid Jezus hier vervulde.
Hij had geen zonde die afgewassen moesten worden, maar toch laat Hij zich dopen. Dat is een betekenisvol voorbeeld voor ons, maar in het licht van te vervullen gerechtigheid, is het te beperkt om hierin slechts een instructie voor ons te zien.
Voor de joden was hetgeen Johannes deed niet ongebruikelijk, want farizeeën en Sadduceeën kwamen erop af. De betekenis van dopen moet voor hun bekend zijn geweest.
Daarom ben ik gaan kijken naar de betekenis van doop en wassen in het oude testament en dat bracht me bij de volgende tekstvoorbeelden:
In Ex. 19 legeren de Israëlieten in de woestijn, tegenover een berg, Mozes klom omhoog en had een gesprek met God. God zei dat Hij een verbond met het volk wilde aangaan, daarvoor moesten zij zich -heiligen en hun klederen wassen.
Mozes ontvangt de 10 geboden en de volledige blauwdruk van de tabernakel. Bij het in gebruik nemen van de tabernakel worden priesters aangesteld. Zij gaan een verbond aan met God om zich af te zonderen van het volk en zich te weiden aan de dienst. -Voor de inwijding wassen zij zich Ex.29:4  voor de ingang van de tent der samenkomst.
Ex.30:20 Wanneer (Aaron & zonen) in de tent der samenkomst zullen gaan, zo zullen zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij tot het altaar naderen, om te dienen, dat zij het vuuroffer den HEERE aansteken.
-In Lev.15:16 staat dat een man die onrein geworden is zich moet wassen met water en tot de avond onrein zal zijn.
In al deze voorbeelden wordt voor “wassen/baden” het Hebreeuwse woord “rachats” gebruikt. Dit is een ander woord als dat voor “wassen van het lichaam” wordt gebruikt, wanneer men vuil was, dat is namelijk het woord “tawal”.
“Rachats”, spreekt van een rituele reiniging die wordt toegepast om:
* zich te heiligen voor een ontmoeting met God en ter voorbereiding op een verbondssluiting.
* voor de inwijding van een taak, apart gezet van de wereld voor God.
* afwassing van rituele onreinheid en zonden.
In het licht van “Zichzelf apart zetten van de wereld om een taak voor God zijn Vader te vervullen”, wordt het beter te begrijpen dat Jezus door Zijn doop, gerechtigheid vervulde.

Maar rituele reiniging was in het O.T een zeer geëigend gebruik wat onderdeel was van de relatie met God, daardoor werd was er geen bezwaar tegen hetgeen Johannes deed.
Bij de oprichting van de tabernakel gaf God de opdracht om tussen de tent der samenkomst en het altaar een groot koperen wasvat te plaatsen, zodat de priesters zich zouden wassen van rituele onreinheid, zonden, om apart gezet zich te kunnen weiden aan hun taak en de Heilige God te kunnen ontmoeten.(Lev.30:17-21)
In latere tijden werden hiervoor rituele baden gemaakt. Rondom het oude Jeruzalem zijn er verschillende door archeologen terug gevonden. Deze hadden tot doel om de rituele reiniging, “Mikwe” te kunnen verrichten voordat men opging naar de tempel.
Ten gevolge van deze eeuwenoude achtergrond neemt in het hedendaagse geloof van de Joden dit wassen nog steeds een plaats in, bijvoorbeeld voor een maaltijd. Lev. Zegt immers dat het een altoosdurende inzetting is voor hen en hun nakomelingen.

Literatuur:
http://www.ad.nl/ad/nl/4561/Wetenschap/article/detail/3423528/2013/04/10/Eeuwenoud-ritueel-bad-in-Jeruzalem-ontdekt.dhtml
http://www.hetlichtdeslevens.nl/studies/studieslezen/dedoopinhetoude.html